Jan van Bakel.



Journalistiek

Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Terug naar Archief Entr'actes
Terug naar Hoofdmenu


Er zijn twee dingen die ik niet snap van de Nederlandse journalistiek. Ik zal beginnen met het eerste. Bij de Groene Amsterdammer (6 juli 2002) zit deze keer een bijlage Catalogus Voorjaar 2002, samengesteld door Veen Magazines, uitgever van De Journalist, die over niks anders gaat dan de spelling van het Nederlands en andere zaken die van gewicht zijn voor een onberispelijke taalkundige verzorging van het produkt van de journalist. Ik zeg niet de schrijvende journalist, want dat is een redundantie. Ik heb dat foldertje - dat kennelijk een beetje is blijven liggen, want wie praat er nou in juli nog over het voorjaar - van a tot z doorgeneusd om te zien wat voor de redactie van De Groene nou aanleiding kon zijn om deze reclame te dulden als bijlage van wat een kritisch weekblad genoemd wil worden. Alleen maar letterdienarij en een hoop commercie die daarvan en daarvoor bestaat. Niks onaardigs overigens over die mensen, begrijp me niet verkeerd. Als iemand daar zijn brood mee wil verdienen moet onze maatschappij toestaan dat er op een schoolmeesterachtige manier voor wordt geijverd. Maar die journalisten snap ik niet. Die zijn zo kritisch, zeggen ze zelf, maar ze volgen wel ook de domste aspecten van de spellingwaanzin, zodat S. Montag een overpeinzing durft schrijven onder de titel Bokkenpoten. Weet u wel, die klassenleraar, die volgens Max Pam (NRC 5-6-2002, 32) op die foto van de journalistenschool als een veldmaarschalk boven zijn troepen uittorende.

En het tweede is dat ze - als ik mag generaliseren, uitgaande van het Van de Week-opstel van Elsbeth Etty (NRC 6-6-2002, 29) - niet in staat zijn de allerwege hoorbare kritiek op journalisten in de TV te onderscheiden van de Berlusconi-geluiden die pleiten voor politieke controle. Je hoeft toch niet aan Forza Italia te denken als je er bezwaar tegen hebt dat veel zogenaamd journalistiek werk - van enig geschrijf is immers geen sprake - gewoon een onderdeel is geworden van wat iedereen moet beschouwen als politieke activiteiten? Van de politiek dus? Daar vragen we toch niet om als we geïnformeerd willen worden, voor mijn part zelfs via de TV, over wat er in Nederland politiek omgaat? Elsbeth Etty zou het één van het ander moeten kunnen onderscheiden. En onderscheiden. En scheiden.

Jan van Bakel, 7 juli 2002.
janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven