Misplaatst, Amanda


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Wacht, dacht Amanda Kluveld. Als ik het morgen schrijf is het te laat. De dag van de uitvaart zelf, dat moet het zijn. Hoe laat is de deadline vandaag? Veel is er dan nog niet gebeurd, dus ik moet een beetje risico-vrij kiezen. En ze vond de titel Trippeltrappel (NRC, 15-10-02). Ze zou een diepgravende historische analyse plegen van het verschijnsel paard in de menselijke geschiedenis: Kijk naar de mythologie, de volksvertellingen, de filosofie, de literatuur, de pornografie, kortom naar ... Praktisch alles dus. Het zou wel een dissertatie kunnen worden, wat zeg ik? Een Habilitation. En dan zou ze, heel sterk, heel relativerend, heel ontnuchterend, heel superieur ook en ontmaskerend, spreken over de rol van het het verschijnsel paard in de uitvaartplechtigheid van Claus.

En ze schreef het allemaal op. En glorieerde bij het prachtige slot dat haar te binnen schoot. Hoewel, te binnen schoot? Ze had het eigenlijk van te voren al klaar. Het was haar ei, ten nutte waarvan alleen ze heel die cultuurhistorische analyse had bedacht. Je kunt niet zomaar een kaal ei leggen. Het heeft zijn omgeving nodig waarin het als plotseling en totaal onverwacht verschijnsel pas waarlijk tot zijn recht komt. En ze schreef: Ook heden helpen paarden de mens nog altijd om betekenis te geven aan gebeurtenissen. (...) Het geluid van hoeven op het steen van de straat begeleidde de belevenissen van het volk. Tegelijkertijd prominent aanwezig en vanzelfsprekend dienstbaar aan het menselijke ritueel liepen de paarden door Delft. Iedereen keek. Men weet het: acht voor een dode koning en zes voor een ontslapen prins. De echo van de hoefslag is de echo van de herinnering en tegelijkertijd een aankondiging. Vol verwachting klopt ons hart. Want als de koets voorbij is en het volk verdwenen, dient het volgende paard zich alweer aan. Hij draagt een goedheiligman. Hulde aan het paard, my kingdom for a horse. Trippeltrappel, trippeltrap.

Dat ze van symboliek absoluut niets begrijpt kan niet overtuigender worden bewezen dan door zulk een tekst. Als ze er een beetje verstand van had, zou ze kunnen trachten te analyseren hoe de algemene verslagenheid en het leed bij een sterven mede tot uiting komt door het gebruik van verschillende symbolen, onder andere dat van het omklede paard, de ondoorzichtige koets, de schuifelpassen van dragers. Maar iedere ridiculisering is uiteraard een doodsteek voor zulk een analyse, omdat een ernstige analyse de symbolen ernstig dient te nemen. Haar gebrek aan ernst is een brevet van onvermogen. Om het minste te zeggen. En een belediging voor wie de symbolen ernstig nam, ernstig moest nemen vanwege de ernst van de situatie. En als zij de situatie niet ernstig wenst te nemen, dan hoort ze althans vandaag haar mond te houden.

Jan van Bakel, 15 oktober 2002

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven