Jan van Bakel



Zestien


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Door nieuwe gegevens over bepaalde biografische aspecten van Achterbergs bundel Zestien is enige commotie ontstaan over de waarde en betekenis van die poëzie, getuige de uitlatingen van zowel Frits Abrahams onlangs in de NRC als van Ger Groot vandaag in de Groene Amsterdammer (30 november 2002). Het gaat om de onlangs bekend geworden poging tot verkrachting van de dochter van zijn hospita, die voorafgegaan zou zijn aan de fatale moord die leven en werk van de dichter vanaf dat ogenblik heeft overschaduwd en beheerst. Ger Groot speculeert over de vraag of de nieuwe wetenschap terzake kan zijn, als het gaat om interpretatie en waardering van gedichten waaraan iedereen die ze ooit als zestienjarige las zulk een onvergankelijke ervaring van ontluikende liefde en erotiek heeft beleefd. Thans geldt dat de cyclus geen verslag meer is van een romance maar eerder van een waan of zelfs een poging tot verdoezeling. Wie zal dat bestrijden? Theoretici kunnen omtrent de autonomie van de poëzie stellen wat ze willen, het kan allemaal niet verhinderen, dat je vanaf nu alles wat aankleeft aan verkrachting achter de teksten zult lezen en weten. Dat is een onvermijdelijk gevolg van de nieuwe biografische wetenschap. Ger Groot schrijft: Wordt het gedicht zo een projectie van vuige verlangens op het onschuldige object daarvan, dat van de weeromstuit een perverse nimf wordt (...)?, en hij beantwoordt de vraag positief. Hij schroomt niet aan zijn betoog het - misschien begrijpelijke maar volkomen misplaatste - argument toe te voegen, dat het inmiddels hoogbejaarde zestienjarige meisje Achterbergs gedichten nooit heeft willen lezen: ze zijn te pijnlijk. Wetenschap als bederf, moet je concluderen.

Ik heb geen moeite met de analyse van Ger Groot, nog minder met het feit dat de kwestie bezien wordt vanuit een ander oogpunt dan dat - eventueel - van de autonome literatuurtheorie. Deze laatste zou zelfs haar standpunten kunnen heroverwegen, gehoord de opvattingen van poëzielezers. Maar toch blijven er vragen, zelfs ook in de laatste alinea bij Ger Groot, terwijl hij toch in het gedicht Rok al de vuige verlangens van de dichter zag uitgedrukt. Want hij zegt daar: En zo werd hij (de cyclus Zestien JvB) toch weer het verhaal van het liefdesverlangen, maar nu groot en volwassen geworden. Tederheid is daarvan altijd maar een deel geweest (...). Dat houdt in dat de oude interpretatie, die van vóór de openbaring van de nieuwe details van de biografie, toch nog op de achtergrond levendig blijft, hoezeer het gedicht voor hem wel crimineel geworden is. Ger Groot wankelt. Naar mij voorkomt, omdat hij wel moet inzien, dat de gedichten van Zestien niet veranderd kunnen zijn door de recente onthullingen. Wat er geschreven staat bevat ja of nee verwijzingen naar een verkrachting. Zijn die er wel, dan moeten ze door analyse van de tekst aangewezen kunnen worden. Zo nee, dan kunnen ze daarin niet door een biograaf worden aangebracht. Dat neemt niet weg, dat de inhoud voor de liefhebber van poëzie kan zijn aangetast. Dat het bederf van het kwaad erin geroken wordt door iemand die teveel weet. Maar ik wil, tegen zulk bederf, een andere overweging plaatsen. Is het niet zo dat ook voor een verkrachter de hoop op en de mogelijkheid van wat zuivere en edele erotiek genoemd zou kunnen worden moet openblijven? Zogoed - voeg ik eraan toe - als dat menigeen moeite zou hebben uit te drukken wat zuivere en edele erotiek eigenlijk precies is, vooral wanneer hij ervoor terugschrikt er een cultureel geconditioneerde sublimering van verkrachting in te zien. En misschien zelfs moet vrezen, dat ergens in zijn eigenste diepe krochten iets zou kunnen bestaan dat de grens tussen verlangen en misdrijf bedreigt. Zouden we met zulke gedachten de cyclus - en natuurlijk veel meer onderdelen van het werk van Achterberg - kunnen redden van kwalijke associaties? Is het misschien ook barmhartigheid tegenover een beklagenswaardig mens? Het zou toch zonde zijn van die schitterende gedichten?

Jan van Bakel, 29 november 2002

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven