Jan van Bakel



Getob 2


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Om te vervolgen bij het eind van vorige keer: de uitspraak over de filosofie, luidende Als ze iets te maken heeft met het gebeuren en het doen, is het dat ze daarover achteraf nadenkt kan ook weer een gedachte zijn bij het opstel over De toekomst van de filosofie van John Searle in De Groene (11 januari 2003). Wat zal ik mij begeven in een discussie met iemand (1932) die zijn leven heeft gevuld met reeksen van boeken over wijsgerige onderwerpen? Een discussie is alleen maar mogelijk waar twee zich samen in eenzelfde wereld bevinden en juist op dat punt schijnt het tussen ons te mankeren. En dan blijf ik er gemakshalve maar buiten hoe aanmatigend mijn positie zou zijn als ik opmerkingen zou maken wanneer aan die voorwaarde voldaan was. Searle schetst iets van een toekomst van de filosofie. Hij zoekt naar het antwoord op de vraag hoe een samenleving tot stand komt en ontwerpt daarvoor het plan van een filosofie van de maatschappij, een derde gebied na de bewustzijns- en de taalfilosofie van het verleden. De twijfel die mij daarbij bekruipt stamt uit de onduidelijkheid over het onderscheid tussen wetenschap en wijsbegeerte. Vanaf de eerste bladzij van het betoog is die kwestie aan de orde. Searle schijnt geen verschil te zien tussen wetenschappelijke en filosofische kennis en de aard van de zekerheid die voortkomt uit wetenschappelijk onderzoek verschilt voor hem niet van zekerheden als die van Cogito ergo sum en dergelijke vaststellingen. Hij tobt er wel wat over, maar zijn conclusie is dat het gewoonweg irrationeel is om te betwijfelen dat de aarde rond is, dat er een zonnestelsel bestaat of dat het hart bloed rondpompt. Dat wordt dan tevens de grond van zijn definitie van zekerheid. Ook begrippen als "objectiviteit", "universaliteit" en zelfs "waarheid" worden in één klap getrivialiseerd. Volgens mij is alle filosofie verdampt als je zegt: Het waarheidsgehalte van de uitspraak wordt ... bepaald door de wereld daarbuiten, die onafhankelijk van onze representatie bestaat. Je mag zoiets wel zeggen binnen het kader van de empirische wetenschap, maar typisch niet als het om wijsgerige kennis gaat. Ziedaar het verschil tussen de werelden.

Natuurlijk kan ik Searle ook verderop niet meer volgen, wanneer hij onduidelijkheid laat bestaan over de aard van het onderzoeksprogramma dat zal onthullen hoe de maatschappij tot stand komt en functioneert. Hij ontwerpt een toekomst voor de "filosofie" als een soort van praktisch projekt. Hij weet waar het naar toe moet met dat werk. Hij heeft zijn oogmerken, zijn doelstellingen. Hij wil iets bereiken. Niet in het vlak van belangeloze, weerloze, overbodige en tot niets strekkende wijsbegeerte, die alleen maar dito kennis en waarheden kan opleveren, maar als een praktische arbeider in een praktische wereld, die kan worden afgerekend op zijn resultaten: zekere, objectieve en universele kennis.

Jan van Bakel, 14 januari 2003

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven