Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
Lees je daar die uitvoerige bespreking van Arnold Heumakers over de bloemlezing van
19e-eeuwse filosofische teksten met inleiding van de hand van Désanne van Brederode
Mijn denken is een hartstocht (NRC Boeken 7-2-2003). En blijkt er weinig te
deugen van die inleiding. Hoe is het mogelijk? Twee denkers over grote denkers uit het verleden
en over elkaar. Het is toch onbegrijpelijk dat die filosofische auteurs zo cryptisch hebben
geschreven dat er geen wijs uit te worden is? Dat twee denkers van vandaag daar volkomen
tegenstrijdige interpretaties van kunnen geven? Ze begrijpen bijvoorbeeld Kant en Marx heel verschillend.
Juist in de filosofie zou je toch denken
dat er klare gedachten geformuleerd worden? Of is het zo dat niet alleen de dichtkunst
maar ook de filosofie haar hermetische teksten kent? Zoals natuurlijk wel door Désanne van Brederode wordt gesuggereerd
wanneer haar thema is: de verhouding tussen wetenschap en kunst. Terwijl het toch om gewone gedachten gaat.
Trouwens, denk je dan, gewone gedachten? Wat zijn dat eigenlijk?
Zijn dat grootheden die stammen uit de rationele sfeer van de geest? Grootheden die iedereen
moet kunnen begrijpen en delen wanneer ze worden uitgedrukt? Omdat iedereen immers zo'n geest heeft,
met dezelfde logische grondstructuren, dezelfde mogelijkheden tot waarneming en bezinning?
Zoiets is toch de basis van de filosofie? Waarom denken mensen dan iets verschillends bij de
aanschouwing van dezelfde werkelijkheden? En bij het lezen van dezelfde teksten?
Ik kon het niet laten in de woordenboeken na te kijken hoe aldaar dat probleem wat denken is
wordt opgelost. Het WNT (Woordenboek der Nederlandsche Taal) omschrijft het aldus:
Absoluut gebruikt. Geestesarbeid verrichten, t. w. zich rekenschap geven van zijne gewaarwordingen,
zijne gewaarwordingen ordenen, oordeelen vormen, zich eene meening vormen. Gemakshalve wordt maar aangenomen dat
je weet wat geest is en dat je een idee hebt van daarmee arbeid te verrichten. Terwijl het
daar natuurlijk precies om gaat. Als je de etymologische woordenboeken raadpleegt over het woord denken,
dan zie je - zoals trouwens feitelijk ook al in de omschrijving van het WNT -
dat de betekenissen "geestesarbeid verrichten" en "gewaar worden" in de geschiedenis van het
woord door elkaar heen lopen. Maar het mag een filosoof natuurlijk ook niet verrassen dat je geestesarbeid verrichten
en zintuigen gebruiken - wat de dieren óók kunnen - niet los kunt maken.
Maar wat is dan dat menselijke denken precies? Je kunt wel zeggen ik moet er nog eens over nadenken,
of ik zal er mijn gedachten nog eens over laten gaan, maar hoe doe je dat eigenlijk?
En hoe kan het toch zijn dat je hetzelfde zegt met ik moet er nog een nachtje over slapen?
Soms probeer ik het uit door naar de takken van een boom te kijken vanuit mijn raam en daarbij te
proberen het verschil te onderscheiden tussen de waarneming waarmee ik bezig ben en de gedachten die ik daarbij
heb. En als ik dan de ogen sluit kan ik de waargenomen boom gewoon vasthouden en er verandert eigenlijk niets.
En als je besluit ergens over te gaan nadenken, bij voorbeeld over hoe het morgenvroeg op de autowegen zou zijn
met de bekende weersverwachting van vanavond. Hoe gaat dat denken dan in z'n werk? Je kunt eigenlijk niets
anders doen dan afwachten wat voor beelden je "voor de geest" zullen komen.
En hebt u wel eens een gedachte gehad waarvan u de inhoud kende nog voordat u er een zinnetje over had gemaakt?
Kan dat trouwens: iets denken zonder het, luid of in stilte, onder woorden te brengen? Ik zou wel eens
een gedachte willen zien of ervaren of waarnemen vóórdat ze onder woorden is gebracht.
Wat zou toch een denker zijn? Of - for that matter - een groot denker?
Als er nu eens eindelijk iets was wat ik begreep.
Jan van Bakel, 9 februari 2003
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven