Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
De vorige keer heb ik een paar opmerkingen gemaakt over dood en bewusteloosheid.
Het ging er mij om dat het einde van onze waarneming van verschijnselen, het einde dus
van ieder verschijnen van de objecten binnen in ons, tevens het einde is van ons als subject,
en dat bewusteloosheid dus alleen in haar voorbijgaande aard van dood verschilt.
Ik schreef: Zou Schopenhauer ooit geopereerd zijn? Of bewusteloos geweest?
Ik kan me niet voorstellen, anders had hij vast wel over die dood gesproken.
Dat was ernaast. Beter had ik het na kunnen kijken. Dan had ik gevonden:
De dood als subjectief gebeuren heeft dus alleen betrekking op het bewustzijn.
Wat het uitdoven van het bewustzijn precies inhoudt, kunnen we tot op zekere hoogte opmaken
uit wat er gebeurt bij het inslapen, maar nog beter kan diegene dat beoordelen, die ooit een
echte flauwte heeft gehad, waarbij de overgang niet zo geleidelijk is, noch van dromen wordt
vergezeld, maar waarbij eerst het gezichtsvermogen wegvalt en direct daarna een totale
bewusteloosheid intreedt. Het gevoel daarbij, zo er al sprake is van gevoel, is allesbehalve
onaangenaam; en als de slaap de broer is van de dood, dan is de flauwte ongetwijfeld zijn
tweelingzus
(De wereld als wil en voorstelling 2, Amsterdam WB 1997, blz. 582).
De thematiek binnen dit citaat verschilt van wat ik op het oog had, maar de constatering
dat bewusteloosheid en dood, evenals de slaap trouwens zoals hier blijkt, overeenkomstige gebeurtenissen zijn,
wordt duidelijk tot uitdrukking gebracht. De enige vraag die nog niet beantwoord werd is
of Schopenhauer zelf ooit flauwgevallen is. Dat zou gebeurd kunnen zijn in de winter
van 1857, toen hij tijdens een wandeling ten val kwam en een ernstige hoofdwond opliep.
Safranski suggereert dat dit ongeluk de eerste aankondiging was van de dood van de wijsgeer,
hoewel die nog drie jaar op zich liet wachten. Maar dat had zeker niet plaats voorafgaande
aan het neerschrijven van wat ik zojuist citeerde.
En zo kom ik dus weer even terug bij die fantastische studie van Safranski over Schopenhauer en de woelige
jaren van de filosofie, die ik vorige keer noemde en die ik nou uit heb, zoals dat heet.
Dat moet u lezen en u zult het natuurlijk wel gelezen hebben. En geconstateerd, dat de auteur
de persoon van Schopenhauer, zijn weg naar de filosofie, zijn in vele opzichten onuitstaanbare
karakter, de wetenschappelijke en culturele omgeving waarbinnen zijn leven zich afspeelt,
op fascinerende wijze beschrijft. En hoe hij in zijn korte laatste hoofdstuk toch ook met grote erbarming
een samenvattende karakterisering geeft van die eenzame, tragische oude man,
die eindelijk bekendheid en roem heeft gevonden, en van zijn dood.
Misschien dat ik nog eens een uitweg vind uit wat ik als een groot probleem in mijn hoofd omzeul,
te weten Schopenhauers opvattingen over de muziek. De muziek, dat is toch gewoon een kunst,
dat wil zeggen het resultaat van een menselijke activiteit in de geschiedenis? Vooraleer zij een
raadsel van schoonheid kan zijn, moet zij toch voortgebracht zijn door een raadselachtige drift van de wil?
Schopenhauer spreekt over het eerste, maar het grootste probleem schuilt in het tweede. Je kunt het
probleem ook ruimer stellen: hoe staat Schopenhauer nou eigenlijk tegenover dat handelen van mensen in de
geschiedenis? Toch zeker niet zoals Nietzsche? Laat staan Hegel, die luchtballon vol wereldgeest?
Wat ik tot op de laatste draad vertrouw is een uitspraak als de volgende:
Wat voor mij de echtheid en vandaar de onvergankelijkheid van mijn wijsgerige leerstukken waarborgt,
is dat ik ze helemaal niet heb gemaakt. Ze hebben zichzelf gemaakt. Ze zijn geheel buiten mijn
toedoen in mij ontstaan op momenten dat al het willen in mij als het ware diep was ingeslapen...
Dat is een notitie uit zijn boek met manuscripten, die zee van aantekeningen waarop zijn werken waren gebouwd
(geciteerd door Safranski, 373, naar Berliner Manuskipte 1818-1830, blz. 209).
Misschien hebben we die gedachte ook nodig in verband met die muziek.
Jan van Bakel, 22 april 2003
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven