Jan van Bakel



Toeval


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Onlangs las ik ergens - maar mijn geheugen voor willekeurige getallen is niet zo erg betrouwbaar - dat er in de eerste wereldoorlog ongeveer negenhonderd duizend Engelse soldaten zijn gesneuveld. Als je weet hoeveel er in die jaren in het leger gediend hebben, kun je berekenen welke kans iemand had om levend weer thuis te komen. Hij was dan gemiddeld, laten we zeggen, 26 jaar oud. Hij zocht zich een vrouw, met de gedachte dat zo eindelijk het levensgeluk waarvoor hij geboren was zich toch nog zou realiseren. Wij zijn immers allemaal voor het geluk geboren. Hij stond er niet bij stil hoeveel geluk hij precies had gehad dat hij nog leefde en nog minder natuurlijk, meer in het algemeen, hoe klein de kans was geweest dat hij ooit ter wereld zou komen met al die eigenschappen die hij van zichzelf kende - of niet kende, want zoiets bestaat ook. Uitermate klein namelijk, tenminste als je het in abstracto bekijkt. Bekijk je het in zijn historische concreetheid, dan is alles anders, omdat er immers nooit iets gebeurt waarvan je, als je de mogelijkheid hebt om alle details te bezien, niet de precieze oorzaak zou kunnen aanwijzen, zodat alles noodzakelijk gevolg wordt. Als ieder zaadje van de vader een unieke identiteit heeft, dan kan jouw oorsprong van geluk spreken. De kans op verschijnen immers was 1 gedeeld door de vaderlijke overvloed, uitgedrukt in aantal spermatozoa. En dan hebben we het nog niet over een dag eerder of een dag later. En reken je even na hoevaak het, daaraan voorafgaand in de wereldgeschiedenis, met al die vroegere vaders - en microben! - goed heeft moeten gaan om voor jou je levenskans te realiseren, dan begrijp je niet dat je bestaat. Die kans was immers iets als de limiet van oneindig klein. Maar achteraf en concreet geanalyseerd natuurlijk toch weer één (1), omdat alles noodzakelijk tot jou voerde. Om je levensketen zijn verdere kansen te garanderen als je Engels soldaat was in 1914, moesten daarenboven nog heel wat meer details in de overlevenstombola gunstig voor je zijn. Nooit kan ons brein de theoretische noties omtrent het toeval dat hier een rol speelt van zich afzetten.

En de zaak bekijkend op een heel ander vlak vraag je je af wat de dood van die 900 duizend heeft betekend voor de wereldgeschiedenis. Was er geen mogelijke tweede Einstein daartussen? En onder hun kinderen, wier kinderen vandaag tot de treurende ouders van de jonge Britten in Irak hadden kunnen behoren? Als de slag van de vleugel van een vlinder een storm kan veroorzaken aan de andere kant van de wereld, dan zouden we toch vandaag de wereld niet eens meer terugkennen als die jongens niet waren omgekomen? En als het er nu eens slechts één minder was geweest? Met een grote sprong: wat kan de studie van de geschiedenis anders zijn dan een analyse van de weg van het balletje in de flipperkast? Het is volslagen ondenkbaar dat er een verklarende theorie ontwikkeld zou kunnen worden over de gebeurtenissen op onze planeet, bezien op welke schaal dan ook: in Nederland of in Europa, over de maand maart of tussen de jaren 1000 en 2000. De historicus aan de universiteit zal daar niets anders kunnen leren dan hoe je netjes op een rijtje zet wat je in de bronnen hebt gevonden. Maar ja, wie houdt er nou rekening met zulke evidenties? Er zijn tegenwoordig zelfs redacties die een historicus vragen om helderheid te schaffen omtrent het hedendaagse. Die noemen ze dan cultuurfilosoof of zo.

Waardoor we terug zijn bij de vraag die ik vaker heb gesteld: wat doet een filosoof in of met of tegenover de geschiedenis? Ik lees Pieter Kottman over de Franse filosoof Finkielkraut (NRC ZB 12-04-03) en ik word er weer dwingend mee geconfronteerd. In zijn boek L'imparfait du Présent (2002) spreekt die auteur zich breedvoerig uit over zijn kritiek omtrent de huidige wereld, suggererend dat we daar iets aan moeten doen om de beschaving te redden. Kottman kiest zelfs de kop Geef de oorlog een kans, een nogal rigoureuze aanpak dus voor die operatie. Maar een bewijs en daardoor inzicht in wat wie waar precies moet doen voor een goed resultaat wordt niet geboden. Wolken van ruis over het toeval. Noem het maar filosofie.

Jan van Bakel, 25 april 2003

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven