Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
In zijn in menig opzicht boeiende essay Papa, ik wil later ook papier kijken schrijft Kees 't Hart
onder andere dit:
Wie een interpretatie geeft van een verhaal doet altijd een bekentenis, hij betekent het boek,
maar bekent daarmee tegelijkerijd wat hij erin gelezen heeft, wat hij erin heeft willen lezen, wat het eigen
kader is waarbinnen het gelezen is. Hij geeft zich bloot.
Interessant, zeg je, ook al is het spelen met de woorden betekenis en bekentenis tegover elkaar misschien
wat vergezocht. Maar verder, interessant. De schrijver moet zelf wel een beetje content geweest zijn met deze
gedachte. Hij haalt er verderop ook nog Freud bij. En ziet even over het hoofd - denk ik - dat hij zich daarmee evengoed
en zonder erg, op zijn beurt ook weer verraadt. Niet minder overigens dan andermaal gebeurt door zijn
eigen commentaar bij en interpretatie van Nijhoffs gedicht De Wolken. Ik ga daar niet op in, want u moet zich zelf
maar eens in die stof en die tekst verdiepen. Dan zult u overigens nog een andere ontdekking doen. Namelijk dat ik
valsheid in geschrifte heb gepleegd met het citaat dat ik zoëven aanhaalde. Wat er feitelijk staat is
namelijk het volgende:
Wie een interpretatie geeft van een verhaal doet altijd een bekentenis, hij of zij betekent het boek,
maar bekent daarmee tegelijkerijd wat hij of zij erin gelezen heeft, wat hij erin heeft willen
lezen, wat het eigen
kader is waarbinnen het gelezen is. Hij of zij geeft zich bloot.
(De Groene Amsterdammer, 15 november 2003, 27)
Kees ‘t Hart is de nieuwe gastschrijver aan de Universiteit Leiden.
Vanaf september 2003 geeft hij een werkcollege over verschillende manieren van lezen. In het najaar
houdt hij twee openbare lezingen,
de zogenaamde Albert-Verwey-lezingen. Zo lees ik ergens op het internet.
En volgens De Groene is het opstel waarover we het hebben een bewerking van de eerste daarvan.
Wat is er door zijn hoofd gegaan? Dat hij zeker in eerste instantie de tekst heeft geschreven
zoals ik die hierboven weergaf, daar steek ik
bij wijze van spreken mijn hand
voor in het vuur. Je kunt dat trouwens goed zien aan de ene plaats die hij vergat aan de versexualisering
aan te passen: wat hij erin heeft willen lezen,
zonder "of zij" dus. Toen die passage er in de eerste versie stond moet er een worm van vertwijfeling in
zijn kop zijn gaan spoken:
pleeg ik met deze formulering geen discriminatie? Is dat geen macho-taal als ik zoiets schrijf zonder rekening te
houden met de vrouwelijke
medemens? En hij moet zijn gaan wikken en wegen en bespiegelen wat die wel zou moeten denken bij zoiets. Hier kom
ik weer niet in voor, hier gaat het weer
enkel en alleen over mannen, Alsof een vrouw niet in staat zou zijn een boek zo intellectueel en op hoog
dieptepsychologisch niveau te duiden tot
zelfbekentenis toe. Ja, denkt Kees 't Hart, dat kan zo niet.
En hij begint zo te knoeien dat ik denk: kan dat nou echt voor zo'n gastschrijver?
Wat er aan de hand is is meer dan theoretisch gemodder. Iets ergers ook dan dat, namelijk ondeskundigheid en betweterij.
Dat het gemodder is behoeft nauwelijks argumentatie. Je ziet het 't duidelijkst als je vaststelt dat een vervanging
in zulke passages van "hij" door "hij of zij" het doel voorbijschiet. Het functioneert namelijk totaal
anders dan het beoogde "hij/zij". Dit laatste zou duiden op een behoefte om een taalstructureel tekort
te korrigeren, terwijl "hij of zij" over een andere wereld spreekt, een wereld waar het gaat om twee personen
waaruit gekozen mag worden.
Maar de behoefte om zogenaamd een taalstructureel tekort te korrigeren berust op haar beurt op ondeskundigheid en
betweterij. Er is helemaal geen taalkundig tekort. Het Nederlands kent geen enkel specifiek taalmiddel om mannelijke
sexualiteit te betekenen. Wel daarentegen ter betekening van vrouwelijkheid. Dat kan iedereen vaststellen als hij ziet
dat je wel kunt zeggen: onze tweede kamer heeft tegenwoordig weer een mannelijke voorzitter en de periode met een
vrouwelijke voorzitter is alweer bijna vergeten. Probeer daarnaast maar eens iets als:
onze tweede kamer heeft tegenwoordig weer een mannelijke voorzitster en de periode met een
vrouwelijke voorzitster is alweer bijna vergeten. Duidelijk is dus dat er naast sexueel neutrale taalvormen alleen
vrouwelijke bestaan. Gemodder dus. En betweterij als je direct in het geweer komt om de wereld te verbeteren.
Tijdens een slapeloze nacht onlangs - op 3 november ll - luisterde ik naar Nachtlicht op de radio en daar hoorde ik
iemand zeggen: Als God bestaat, welke rol speelt hij of zij dan in ....
Voor zoiets lig ik graag een nachtje wakker.
Jan van Bakel, 14 november 2003
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven