Dichtgemetseld


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Het grootste deel van onze wereldoriëntatie wordt opgebouwd door het ontwikkelen van theorieën over hoe alles in elkaar zit. Ik bedoel natuurlijk: in onze jeugd. Zolang je niet over zulke theorieën beschikt begrijp je van alles feitelijk niets. Ook de opvoeding is op zulke gedachten gebaseerd. Wie van mijn broertjes en zusjes gekweld werd door een afschuwelijke schrik voor de donder kreeg instructie over hoe dat werkte. Er reed tijdens het onweer een zware kar over de wolken en die maakte vreselijk lawaai omdat het zo hard ging. Maar je hoefde er absoluut niet bang van te zijn, want het was maar een gewone boerenkar. Ik herinner me nog goed dat mijn vader een jonger broertje op de arm nam en hem wijzend naar die kar liet kijken. Als niet alle problemen in één keer waren opgelost, moest de instructie de volgende keer herhaald worden. Dat die schrik eigenlijk afkomstig was van onze moeder, die des doods was voor onweer, werd gemakshalve buiten beschouwing gelaten. Dat was nou eenmaal niet meer te genezen.

Een verschijnsel dat mij tussen mijn zesde en mijn achtste jaar als een groot probleem heeft beziggehouden waren dichtgemetselde ramen. Ik denk dat die voor mij een probleem waren omdat het zulke onlogische dingen waren. Je had een raam, maar als dat niet nodig was, waarom zat het er dan? En als het wel nodig was, waarom werd het dan dichtgemetseld? Het had in de muur gewoon de vorm van een raam. Een enigszins gewelfd gemetselde bovenkant, onderaan een soort van vensterbank, hoewel die niet naar buiten uitstak. En het hele oppervlak van dat raam enigszins verdiept. Zodat het duidelijk een raam was. Geen oude deur, want het liep niet tot onderaan door. Je kon ook niet zien dat het erg vers was, zodat het al lang geleden, in een bijna vergeten verleden, moest zijn aangelegd. Niet natuurlijk bij de bouw van het huis, want dat had geen zin. Ik kende er twee. Vooreerst eentje in de blinde zijmuur van het huis van Trieneke van de Sik. Dat was onze buurvrouw. De weduwe van de vroegere gemeentesecretaris. Trieneke Teunissen, geloof ik, maar wij zeiden altijd Trieneke van de Sik. Of Trieneke van den Tunnis.

En een ander zulk blind raam zat in de zijmuur van het bakkershuis van Piet van Overbruggen. Aan de kant van het oude domineeshuis van Van Gogh. Je liep er vlak langs als je het smalle paadje volgde waarlangs je ook in de achteruitbouw van dat huis en in de pastorietuin kwam. Tamelijk dicht bij de voorkant van het huis. Net zo'n raam als bij Trieneke. Even raadselachtig van ouderdom in verhouding tot de rest van het huis. Ook geen dateerbaar vers metselwerk. Maar zeker toch van latere datum dan de bouw van het huis, want een blind raam heeft geen zin.

Ik zal u de theorie verklappen die ik over zulke dingen nog vóór mijn achtste jaar ontwikkeld heb als een afdoende verklaring, een eigen achterhaald geheim in de structuur van de beschaving en de wereldgeschiedenis. Ik moet vooraf aan de twee genoemde blinde ramen nog een derde toevoegen, maar daarover ben ik vandaag eigenlijk niet zo zeker meer: ik meen dat er ook één zat in de zijmuur van het huis van Neel van Leuven aan de Telefoonstraat. Maar hou me ten goede, ik weet het niet zeker meer. En twee gevallen zijn trouwens ook voldoende voor een verklarende theorie. Welnu. Op zeker moment was er in mijn hoofd helderheid. Trieneke van de Sik en Door van Overbruggen waren allebei weduwvrouwen en de meest voordehandliggende verklaring was dus dat de dood van de echtgenoot met een onvergankelijk symbool werd herinnerd en betreurd door het dichtmetselen van een raam. Ik vond dat een volkomen bevredigende verklaring. Niets ligt meer voor de hand als symbool voor het definitieve voorbij van een leven dan het onherroepelijk sluiten van een raam. Niet een deur, want het leven moet doorgaan, maar wel een raam. Er valt een uitzicht weg. Er gaat een perspectief verloren. Er gaat iets definitief dicht.

En ik schrijf dit allemaal op, omdat ik tot vandaag toe onzeker ben of deze theorie werkelijk berust op eigen vinding of dat het echt zo toeging, vroeger.

Jan van Bakel, 21 november 2003

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven