Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
U vraagt zich natuurlijk al enige tijd af waarom er zo weinig komt van nieuwe entr'actes.
Voor de hand ligt, dat er te weinig in mijn hoofd omgaat om tot enig resultaat in tekst te kunnen voeren.
Misschien hebt u wel gelijk. Er gaan inderdaad dagen voorbij zonder dat er iets noemenswaardigs in
mijn hoofd gebeurt. Er heeft wel iets plaats maar het is van zo onbestemd karakter dat ik niet weet hoe
ik het ermee heb. Zo lag ik onlangs enige tijd met een verkoudheid en koorts op bed en doorheen mijn
raam had ik uitzicht op een kalende, ja zeg maar kale, eikeboom. De beweging van de lucht was minimaal.
Ik nam een takje waar dat direct op de stam was ontsproten, kennelijk al enkele jaren oud, en aan het
einde daarvan één van de allerlaatste bladeren van dit kalenderjaar. Het trilde als een espeblad.
Ik zou niet weten wat een esp is, laat staan dat ik er ooit een bij bewustzijn heb waargenomen, maar
neerlandistisch ben ik voldoende onderlegd om te weten dat dit inderdaad was: trillen als een espeblad.
Waar het om gaat is dat ik mij op dat moment afvroeg of dat nou een gedachte was of een waarneming.
Zou ik dat weten, dan zou ik ook weten wat dat was een waarneming en wat dat was een gedachte.
Vooral dat laatste interesseert me hevig, want iets wat ik nooit heb begrepen is niet alleen wat dat is:
een gedachte, maar ook: waar komen die vandaan, horen ze tot het dadenveld van een mens? Dat laatste is
mij altijd voorgehouden en onderwezen, en weinig is dieper in mijn besef gevestigd dan dat een gedachte zondig kan zijn.
Dus moet je er schuldig aan kunnen zijn. Je moet ze kunnen doen.
Al in mijn vroege jeugd vocht ik achter mijn voorhoofd hevige gevechten uit tegen die dingen die ik niet
wilde, die zich niettemin realiseerden, en die zich niet lieten verstikken of om hals brengen:
slechte gedachten. En zij bezwaarden mijn geweten.
Als je naar zo'n takje kijkt is het mogelijk te pogen alle denken stil te zetten, je te beperken tot de
waarneming van het beeld: dat trillende blad. Ik ben er niet in geslaagd ook het besef van die
waarneming af te breken of te voorkomen. Wel leek het me soms dat ik inderdaad niets meer dacht. En, bij
wijze van spreken, zelfs dit niet. Ik realiseerde mij daarbij dat het mogelijk moet zijn over te gaan in een
staat van pure waarneming: het dragen van beelden op je netvlies, het weten van het dragen van die beelden, maar
zonder ook maar gedurende één milliseconde te denken: zie, ik neem waar. Dus zonder gedachte.
Waarbij er dus toch - daar kan ik bijna niet onderuit - iets was als een weten van het onderscheid tussen
waarnemen en denken. En zoiets lijkt toch onoverkomelijk 'denken' te zijn.
Zodat alles faalt.
Tussendoor, dat wil zeggen op momenten dat ik niet zozeer bezig was om het denken en het waarnemen zo strikt
als mogelijk was van elkaar te scheiden, realiseerde ik me - of misschien beter: bedacht ik - dat denken
altijd gepaard moet gaan met iets als het spreken of denken van een zin. En daarmee bedoel ik een
expressie, dat wil zeggen een formule waarin twee sferen zijn: de sfeer van datgene waar het over gaat
en de sfeer van datgene wat daarover geldt. Laten we zeggen een expressie.
Wat erop neerkomt dat de loutere waarneming iets moet zijn als een extase, waarin de waarnemer
gedachteloos - dat wil zeggen zonder ook maar enige expressie voort te brengen - en totaal in het aanschouwde
ondergaat, zodanig dat hij als het ware zelf een beeld van de werkelijkheid is geworden. Louter nietszeggende spiegel.
Wat op zijn beurt voor het denken inhoudt dat het onmogelijk kan worden gezien als 'n zijn bij de werkelijkheid,
omdat het uiteraard een aanslag daarop is, een moord zou men kunnen zeggen. Het denken,
of misschien liever de zin,
is het zwaard waarmee de werkelijkheid wordt gespleten tot twee aan elkaar geöpponeerde sferen.
Maar misschien is dit toch niet zo'n erg acceptabele gedachte.
Althans als we er niet liever van afzien dat eenmaal alles is geworden door het woord.
Jan van Bakel, 2 januari 2004
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven