Jan van Bakel



Het wereldbeeld


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Mogelijk achtervolg ik u met zaken waaraan u geen boodschap hebt of die u misschien niet verwacht binnen een reeks aantekeningen die zich afficheert als Entr'actes. Maar u moet, wanneer u zich daaraan stoort, bedenken dat ik minstens zoveel tegen mezelf praat als tegen u. Schrijven is een vorm van waarheidsvinding. Sorry, laat me maar even.

Voorafgaand aan de discussie over wat een mens nodig heeft aan waarheid om op verantwoorde wijze te kunnen leven - daar hebben we het al eens over gehad - rijst de vraag wat voor waarheid er überhaupt beschikbaar is of verworven kan worden. Anders gesteld: wat is het waarheidsgehalte van onze kennis omtrent de werkelijkheid? Laten we, wanneer we daarover praten, ervan uitgaan dat de enige bron van kennis niet is de mond van een of andere medemens, al of niet in boekvorm, maar ons eigen begripsapparaat of verstand, wat dat verder ook moge zijn. Waarnemen en overdenken dus. De vraag: wat is idealiter de status van ons wereldbeeld?

Alles wat we buiten de teksten van onze medemens tot onze beschikking hebben is onze ratio, welker status overigens in de historie van de wijsbegeerte overwegend kwestieus is geweest. We kunnen daarom rustig zeggen dat er twee mogelijkheden zijn: onze ratio levert iets betrouwbaars op ofwel zulks is niet het geval. Kan bijvoorbeeld worden uitgesloten dat we in de wereld - ik bedoel in het 'alles' - al of niet in strijd met de werkelijkheid, alleen maar chaos zouden waarnemen? Helaas zal het ook weer onze ratio zijn die antwoord op deze vraag moet geven. Zij zal dat bovendien ook weer niet anders kunnen doen dan binnen het kader van haar eigen 'Kantiaanse' eigenaardigheden, welke inhouden dat zij over de wereld alleen kan spreken in termen van deze drie parameters: tijd, ruimte, causaliteit. Dat zijn geen eigenschappen van of grootheden binnen de wereld. Zij berusten bij de ratio zelf, die er wezenlijk door wordt gekenmerkt. Dat is een heel gewichtig punt in de filosofie van Kant. Zijn uitspraken hierover worden tot heden toe nauwelijks aangevochten en ze zijn voor mij dan ook niet ter discussie. Zo kunnen we vaststellen dat ons oordeel omtrent en begrip van de wereld alleen aldus driewerf verpakt gestalte zullen kunnen krijgen. Wel zouden we daarbij misschien in wanhoop of hoogmoed kunnen bespiegelen over de vraag of er misschien een of andere super-transformatie op onze uitspraken denkbaar zou zijn. Een of andere herformulering van alles met uitschakeling (transcendering?) van de drie parameters tijd, ruimte, causaliteit, waardoor we zouden kunnen doordringen tot de ware werkelijkheid, de dingen zoals ze zijn. Maar dat zou ons voeren buiten de kerker van onze eigenste rationele systematiek en tevens betekenen dat we de structuren van de menselijkheid verlaten. Dat kan dus niet en het kan zelfs niet gewenst worden. Zodat we de ware werkelijkheid nooit zullen kennen of ooit zullen aanschouwen van aangezicht tot aangezicht.

Geen alternatief dus voor een fenomenologisch standpunt: we spreken niet meer over de wereld maar over ons (rationeel gekenmerkte, 'verhaspelde') beeld van de wereld. De waarheid die een mens nodig heeft om te kunnen leven - ons motief, weet u nog wel? - zal dus slechts kunnen zijn: iets wat geldt met betrekking tot dat beeld. Waarheid niet omtrent alles, maar omtrent ons rationele beeld van alles. Wat kan dat nog zijn: een waar beeld van de wereld? Gekomen op dit punt denk ik terug aan wat ik enkele jaren geleden in mijn misschien pretentieuze Libellus stoico-philosophicus formuleerde: "De waarheid is de door de ratio ervaren klaarblijkelijkheid van de beschouwde werkelijkheid". Je moet niet jezelf citeren of naar jezelf verwijzen, maar je kunt natuurlijk moeilijk iets anders uitspreken dan wat je denkt en evenmin veel zeggen als er maar weinig is.

In zijn meergenoemde boek Wieviel Wahrheit braucht der Mensch beweegt Rüdiger Safranski zich heel geleidelijk van de wijsbegeerte naar de levensfilosofie. Daarmee bedoel ik een terrein waar het strikt genomen niet meer gaat om de waarheid over de kosmos maar om het woelen en draaien en denken en piekeren van de mensen. Allemaal heel interessant, maar voor mijn smaak toch eerder cultuurfilosofie en getob over het moeilijke en onbeheersbare gedoe in de mensenmaatschappij dan wezenlijke wijsgerige zaken. Zodra je gaat bespiegelen over de waarheden in die wereld krijg je te doen met iets van de statuur van bijvoorbeeld een uitspraak als "Dit is mijn fiets". Dat gaat over iets wat nergens waarneembaar is dan in hoofden van mensen. Het is afspraak, een denkbeeld, een vergissing, morgen niet meer waar, vandaag onzeker, onduidelijk. Voeg je daarbij de inhoud van de kranten van de laatste honderd jaar dan krijg je iets als een beeld van het menselijk bedrijf. Hoeveel waarheid heeft de mens nodig? Wat is waarheid? Ik wil niet cynisch doen over het vitalisme van het einde van de 19e eeuw, nog minder over het nazisme en andere waanzin waar Safranski over spreekt, die het menselijk bedrijf hebben gekenmerkt en gezorgd voor miljoenen doden. Maar wat heeft het voor een status anders dan chaos en domme ellende? En niemand draagt daarvan toch de schuld? Hitler? En wie heeft de schuld van Hitler? En met Bush en Irak is het alweer hetzelfde. Het is er toch niet anders mee gesteld dan met de aardbeving in Bam (Iran)? Maar toch moet ik misschien nog eens wat bij elkaar prakkezeren over wat we moeten denken van al dat gedoe. En het belang ervan. Voor mezelf dan. Maar ik zal het wel weer niet kunnen laten dat op te schrijven. Niet geschreven is niet gedacht.

Jan van Bakel, 15 februari 2004

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven