Jan van Bakel



Scherpslijpen en botpraten


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Al te makkelijk om iemand die iets poogt te formuleren omtrent de principes van de rechtstaat af te maken als een scherpslijper. Dat doet Arnold Heumakers in zijn beschouwing over Paul Cliteur Tegen de decadentie (Arbeiderspers) in de krant van vandaag (Bij de scherpslijper, NRC Boeken, 5 maart '04, 28). Wie een beetje bereid is tot oordelen over bedoelingen en over de mate waarin die verwezenlijkt worden, moet onderscheid kunnen maken tussen genuanceerd beschouwen van een werkelijkheid als de wijze waarop een rechtstaat functioneert en de beginselen waarop die gegrondvest zou moeten zijn. Heumakers haalt gewiekste kunstjes van zwalkend gebabbel uit waar hij uitgangspunten van redeneringen in harde termen zou moeten durven uitspreken. Als het om mensen gaat past voorzichtigheid, respect en nuance, maar in de wereld van de gedachte gaat het om zin tegenover onzin, waarheid tegenover gebabbel. Als je zegt dat het uitgangspunt voor onze rechtstaat zou moeten zijn de eenheid van oordeel omtrent vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid van mensen en wederzijds respect van allen tegenover allen, dan hoort daar absoluut geen "maar" bij. Waar het om theoretische keuzes gaat, is er wel degelijk verschil tussen de ene cultuur, die we hebben leren verafschuwen omdat het ons eigen verfoeide verleden is - denk aan de terechtstellingen op grond van geloofsverschil en filering van vrijdenkers door het oranjegepeupel, alles minder dan vierhonderd jaar geleden in onze eigen geschiedenis - en wat we hebben leren waarderen als het betere en wat we nu bedreigd zien door de mogelijke herverschijning van zulke zaken wanneer we niet streven naar strenge en niet mis te verstane uitdrukking van dat gewonnen inzicht in onze grondwet. Tegen de achtergrond van de ontwikkeling van onze eigen gedachten over mens en maatschappij zijn er wel degelijk culturele verschijnselen die we achterlijk moeten noemen en is er even degelijk superioriteit van bepaalde beginselen boven andere. Dat betekent niet, dat niet iedereen het recht zou hebben in situaties waar hij daartoe de mogelijkheid heeft iets in te voeren dat valt binnen de categorieën die wij hier verachten. Als je het mij vraagt moeten we hem daarbij met rust laten en zijn gangetje laten gaan. Maar niet bij ons dus. En wie hier komt wonen moet zoiets uit zijn hoofd zetten.

Als dat allemaal opgeschreven is praten we op basis van zulke vaste overtuigingen met mensen die bij ons binnen komen. Allemaal onze gelijken en zelfs onze vrienden, maar binnen de grondregels van onze samenleving. Daar mag iedereen net zo gek zijn als wijzelf, maar hij moet, eventueel na alle gekkigheid, wel de uitangspunten ernstig op de eerste plaats blijven zetten. En wat redekavelt Heumakers? "Maar als ik hem de superioriteit van de westerse politieke beginselen (bijvoorbeeld de mensenrechten) zie verdedigen, dan kom ik eerlijk gezegd niet zoveel moed of strijdlust tegen. Eerder angst, zoals wel vaker bij gelovigen," Wat een genuanceerd denker toch, vindt u niet?

Jan van Bakel, 5 maart 2004

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven