Jan van Bakel



De Koninginneregel


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Wat een dag, dacht ik, voor die mensen van die spellingscommissie uit 19-x, om al die keurige gezagsgetrouwe en maatschappijkritiese - meest linkse zeggen ze toch - journalisten van die buitenlandse dagbladen die wij tegenwoordig lezen keurig te zien schrijven over koninginnedag en koninginnenacht. En nog wel in grote koppen, paginabreed. Paginabreed lettergetrouw. Wie waren dat eigenlijk? Het waren waarschijnlijk wel allemaal al min of meer rijpen-van-jaren, maar ze moeten toch nog leven natuurlijk. Vast en zeker leggen ze die kranten bij hun verzameling. Want je kunt er toch maar goed aan zien dat ze volkscorrecte regels hebben gemaakt voor dat vlaggenschip van die zielenpiet met zijn ruggengraat. En maar roepen voor de teevee: "Jullie moeten de gedachte aan dat meervoud nou maar eens van je afzetten. Dat heeft er niks mee te maken". Maar dat maken wij natuurlijk zelf wel uit. En dan staan ze later naast elkaar in dat toilet en zegt die ene tegen die ander: kun jij dat met droge ogen zeggen, dat van dat meervoud? We liegen toch gewoon tegen onze eigen regels in, want waarom hebben we anders voor hare majesteit een uitzondering gemaakt? Voor hare majesteit? zegt die ander. Dat is toch niet voor haar? Dat is toch om de volkswil te respecteren? En voor de schoolkinderen, om het allemaal wat makkelijker te maken? En voor die eindredacteurtjes, net van de journalistenschool waar ze toch al niks meer leren? En voor het bedrijfsleven, weet je dat dan niet? Dat Kluwer geen voordeel wint tegenover Bruna vanwege zijn spelling? Moeilijke spelling, dunne spoeling.

D'r zijn heel wat mensen die zeggen: daar moet je toch eigenlijk niet meer over praten. Dat heeft immers geen zin meer. Misschien is de sprong wat groot, maar zo gaat het toch ook met Guantanamo en met die Iraakse soldaten met die mutsen op en die draadjes aan hun vingers? Daar moet je ook niet over blijven zeuren. Je weet dat B. en B. daar trouwens zelf tegen zijn, dus wat heeft dat dan voor nut? En gelijk hebben ze natuurlijk. Ook over dat Nederlandse volk vanzelfsprekend, dat zich de lippen krult om al die nieuwe spellingen met die -N- goed tot klinken te brengen. Het is allemaal niet gauw te gek voor ze. Want correcte praters hebben we maar zat. Zelfs de voorzitter van de tweede kamer durft al niet meer sestig te zeggen. Laat staan dee-zessensestig. Hij zou eens moeten weten dat het allemaal in het Nederlandse uitspraakwoordenboek staat. Misschien zouden ze dat eens op die journalistenschool verplicht moeten stellen. Kortom: waar had ik het ook al weer over?

Jan van Bakel, 2 mei 2004

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven