Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
Zoals u zich zult herinneren heb ik in mijn Entr'actes tot nu toe slechts éénmaal gebruik gemaakt van het
woord dankbaar. Het gold toen een gevoel van mijzelf ten opzichte van iemand die iets aardigs gezegd
had over een sculptuur van mijn hand. Een mens heeft zo zijn zwakten. Ik realiseerde mij dat toen ik vandaag in de
de krant het uiterst lezenswaardige opstel las van Willem B. Drees Het is beter een agnost te zijn dan
een atheïst met zijn kop in het zand (NRC O&D, 29 mei 2004, 15). U moet die titel niet verkeerd begrijpen.
Hij bedoelt niet: dan een atheïst, althans als die zijn kop in het zand steekt maar: als een atheïst
die immers met zijn kop in het zand staat. Dat blijkt uit het hele artikel en dat ga ik dus niet met
argumenten onderbouwen. Ik ben het roerend eens met de auteur die atheïsten maar aanmatigende babbelaars vindt
die allerlei zeggen en voor waar houden waar ze geen enkele grond voor kunnen hebben. Het is immers even onmogelijk
het bestaan van een God als het niet-bestaan van zoiets te bewijzen. Ik zou zeggen: praat er dus liever niet over,
al zou het alleen maar zijn uit eerbied voor de laatste stelling van Wittgenstein in zijn Tractatus.
Agnosticisme is het enige wat met redelijkheid kan worden gepraktiseerd en beleden: wij weten eigenlijk helemaal niks
wanneer je het over belangrijke zaken wilt hebben.
Maar Drees, hoe kaarsrecht en - als je het mij vraagt - respectabel ook, zwalkt toch soms en wel als
hij tot tweemaal toe in zijn tekst over dankbaarheid spreekt. Hij signaleert dat er een onoplosbaar mysterie bestaat en
zegt daarvan: «Over dat mysterie, aan de grens van het kennen, hebben we geen kennis. Daarom spreek ik
van: a-gnostisch, niet-wetend. Maar bij dat mysterie past wel als mogelijkheid, verwondering en dankbaarheid».
Je schrikt als jet het leest want dat woord komt volslagen uit de lucht vallen. Wat "dankbaar" betekent weet iedereen:
het is een gevoel (een emotie dus) van blijdschap over enige toestand die jou raakt of betreft, met de erkenning in
blijdschap van de oorzakelijke verhouding van iemand (dus altijd een persoonlijke instantie) ten opzichte van die
toestand bij jou. Zoiets vind je natuurlijk niet in de woordenboeken, want mensen die woordenboeken maken hebben
meestal te weinig tijd om over al die kleine en gewone woordjes lang na te denken. Dankbaarheid wordt een deugd genoemd.
Ook al zoiets onbegrijpelijks, want deugdzaamheid wijst op verdienste en verdienste kan natuurlijk niet gebaseerd
zijn op gevoelens of iets van gelijke aard dat niet berust op vrije wilskeuze. Maar dankbaarheid? Ten opzichte van wie
dan?
En een tweede passage: «Daarom verdient, op intellectuele gronden, een agnostische houding
ten aanzien van kennispretenties de voorkeur. Waarbij er wel ruimte is voor verwondering over het bestaan, voor
dankbaarheid, voor beleving van afhankelijkheid van een grond die ons voorafgaat».
Dankbaarheid kan, zoals gezegd, alleen bestaan tegenover een persoonlijke instantie. De agnost Drees is dus hier
weerom niet zuiver op de graat. (Tussen haakjes: wat hij zegt is onjuist in dat "ten aanzien van": de agnostische
houding bestaat niet "ten aanzien van" kennispretenties maar is zelf een (negatieve) kennispretentie).
Een vergelijkbare afzwaai buiten het agnosticisme pleegt Drees in een passage waar hij - uiteraard -
terechtgekomen is bij de kwestie van de moraliteit en van een of ander "hoogste goed":
«Het kan zijn dat we in onze moraal steeds beter benaderen hoe de werkelijkheid is bedoeld, zoals we
in onze wetenschap steeds beter ontdekken hoe de werkelijkheid in elkaar steekt».
De kwestie van het "bedoelen" staat niet zonder reden centraal in alle discussies over evolutie en wat de
creationisten daarvan denken. De agnost zal moeten (leren) leven zonder de troost van de Iemand die het allemaal
goed (!) heeft bedoeld en aan wie wij met gevoelens van warme dankbaarheid kunnen denken.
Volgens mijn idee is dát het wat tot in onze rationele eeuw toe de kerken vult. Daarom heb ik ook een zekere
afschuw voor dankbaarheid en over een "deugd" wil ik het al helemaal niet hebben.
Jan van Bakel, 30 mei 2004
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven