Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
Je kunt je voornemen wat je wilt, maar de voortdurende leugenachtigheid en valsheid
van de politiek als het om ons onderwijs gaat noodzaakt tot reactie.
De directe aanleiding vandaag is dat stukje in de krant van gisteren over de rol
van de jurist Paul Zoontjens (bijzonder hoogleraar onderwijsrecht in Tilburg)
in de kamerdiscussie over artikel 23 van de grondwet en de positie van de minister
daarbij. (Zie het artikel van Mark Duursma in de NRC van 22 juni, pagina 2.)
Zoontjens is achter de schermen met zijn adviezen de spil van de hele affaire.
Tegenover Duursma verontschuldigt hij zich: «Ik vertel aan
iedereen hetzelfde verhaal, dan kan het». Dat is op zichzelf natuurlijk al verschrikkelijk
genoeg, maar het heeft geen zin daartegen te ageren. Belangrijker is het om te proberen
het op te nemen tegen boerendrog en gekuip dat ons zal opzadelen met een nieuwe eeuw
van onderwijsrampen.
Was er nou maar eens iemand die de kwestie van, zoals men zegt, de onderwijsvrijheid
zou ontmaskeren als niets anders dan een zaak van centen, dan waren we al een stuk
verder. Zoontjens ziet dat direct al verkeerd met zijn interpretatie van het akkoord
van 1917: «Jullie je bijzonder onderwijs, wij het algemeen
(mannen)kiesrecht».
Dat moet zijn: jullie onze centen voor je bijzonder onderwijs. Het bedrog zit
hem erin, dat steeds gesuggereerd wordt dat het om vrijheid van onderwijs gaat, maar
in de wet is het allemaal zo ingericht dat, als er over onderwijs geen woord in zou staan,
iedereen iedere school voor ieder programma zou mogen lanceren,
uiteraard: behoudens zijn verantwoordelijkheid tegenover bestaande wetten.
Daarover hoef je dus überhaupt niet te praten. Evenmin - terzijde! - als over de vrijheid
om een God te dienen volgens je eigen opvattingen. Schande dus over iedereen die luid
kabaal maakt over de vrijheden die hij in zijn omgeving aan anderen gunt. De presuppositie
is immers, dat dat allemaal niet zo vanzelfsprekend is. Schijnheiligheid.
En dan dat geharrewar over het weigeren van leerlingen. Acceptatieplicht. Daar gaat Zoontjens
in hoogsteigen persoon zelf het bos in met zijn betoog dat dat «geen issue» is
«en zeker geen reden om artikel 23 aan te passen». Lees het
allemaal nog maar eens na. Het staat tussen aanhalingstekens, dus de journalist
voelt zich sterk staan. Er zijn praktisch weinig
bezwaren, zegt Zoontjens. Scholen doen zoiets niet. Hoogstens soms op de Veluwe.
Er is dus niets aan de hand. En er is
nog nooit iemand voor naar de rechter gelopen. En over dat punt van die spreiding van leerlingen
zegt hij dat dat maximum van 80 procent achterstandsleerlingen juridisch zeer
kwetsbaar is. Ja, dat had je mij ook kunnen vragen. Iedere keer als er een leerling geweigerd
wordt moet aan de hand van een nietaangevochten definitie van achterstand door een hernieuwde (!)
screening van de leerlingen worden uitgerekend hoe het met dat percentage gesteld is.
Wie verzint het!
Het CDA argumenteert bij iedere voorkomende gelegenheid dat er onvoldoende grond is om
artikel 23 ter discussie te stellen. Zij kunnen altijd een oplossing bedenken waarbij het
niet veranderd hoeft te worden. Het is schandelijk dat de partijen met andere gedachten
zoiets niet ten principale aanvechten. Hirsi Ali wil het islamitisch onderwijs aan
banden leggen. En D66, de enige partij die artikel 23 gewoon wil afschaffen - dat wil dus
zeggen: de enige partij die werkelijk zijn verstand gebruikt - zou beter kunnen eisen
dat er over principes wordt gepraat.
Laat ik voor het gemak een paar principes noemen, maar
natuurlijk pas nadat vastgesteld is dat het tot
de doelstellingen van het onderwijs behoort de samenhang van de maatschappij te bevorderen,
met name ook door vestiging en versterking van
de beginselen van vrijheid, gelijkheid, saamhorigheid en wederzijds respect.
Beginselen.
- Waar de wet spreekt over onderwijs wordt gedoeld op onderwijs dat door de
overheid wordt erkend als zijnde ingericht volgens de voorschriften van de overheid.
- Alleen zulk onderwijs wordt door de overheid gefinancierd.
- Aan onderwijs-eisen die de overheid stelt aan onderdanen, bijvoorbeeld door de
leerplicht en op het punt van toelating (vooropleiding), kan slechts voldaan
worden binnen zulk onderwijs.
- Alle ander onderwijs is vrij.
Het kwalijke aan Zoontjens is dat hij een onderwijsjurist is.
Het zou beter zijn als hij een onderwijsfilosoof was. Of gewoon een
rechtsfilosoof. Het behoort ook tot het gangbare bedrog dat dit onderscheid niet
- of niet helder - wordt gemaakt.
Jan van Bakel, 24 juni 2004
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven