Jan van Bakel



Vinkezang


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

«Simek 's nachts» gaat volgens mij ook hard achteruit. De ellende is natuurlijk het grootst als die onuitstaanbare dreun na afloop begint te drammen om de afstand naar de klok van enen te overbruggen, maar daarvóór is het al niet veel beter. De geïnterviewde stelt zich dan ook hoe langer hoe meer afstandelijk op, want je weet maar nooit of je niet samen met de hele omgeving in het barre niets zult ondergaan. Ik luister er soms naar omdat ik er altijd rekening mee houd dat misschien toch om kwart voor één Het Bureau te horen zal zijn. Onovertroffen kwaliteit op dit uur van de dag. Het uur van Casa Luna, waar ik de radioman zijn publiek onlangs hoorde aansporen om tegen de ochtend naar de westelijke (!) hemel te kijken, waar je Venus na haar passage over de zon nou weer als morgenster zou zien verschijnen. Die astronomische details horen tot de formule van het programma. Geen haan kraait ernaar. Maar gisteren was het Ankie van Grunsven die als slachtoffer moest fungeren bij Simek. Een aardig mens, zonder kwaaiigheid of pretenties, die er zelfs al jaren genoegen mee neemt dat de sprekers over en tegenover haar niet weten dat haar eigennaam bestaat uit twee zelfstandige naamwoorden. Ze maken altijd een "uitgang" van die tweede lettergreep, zoals in sterven en zo. Ze zijn te weinig onderlegd om te weten dat zo'n uitspraak de taalkundige overtuiging impliceert dat iets als "grunsf" in het Nederlands zou kunnen bestaan. Maar laat maar, daar wou ik het helemaal niet over hebben. Waar het mij om gaat is dat ik, achter en door de geluiden van de interviewer en Ankie, heel "dewdelijk" - zo zegt Simek dat - een vink hoorde zingen. Hoor ik zo iets, dan ben ik verkocht. Ik zal nooit vergeten dat ik ooit bij het kijken op de teevee naar een tenniswedstrijd in het voorjaar in Monte Carlo ook voortdurend een vink hoorde slaan. Ik bedoel: daar. Sinds Achterberg dat heeft vastgelegd in dat onvergetelijke "hoorde het helder tienminutenslaan / der vinken. Duiven driekwartierden zacht / en chlorophyll.... Ik moet me beheersen of ik citeer dat hele sonnet weer. Sindsdien is er weinig wat mij zo totaal in beslag neemt als ik het hoor. In Frankrijk in de Alpen op de camping hoor ik ze ook steeds weer en zo kom ik eindelijk tot mijn punt: de vinkezang verschijnt aan ons oor in dialectvorm. Hier bij mij in de tuin zit er de hele zomer al eentje zijn uiterste best te doen om te laten horen hoe het moet. Heel anders dan dat armzalig deuntje zonder "opgaande staart" - zo zal ik het maar noemen - dat ik van die franse vink ken. Die bij Ankie deed het ook heel aardig, maar het was eigenlijk toch wat te zwak zoals het hoorbaar was. Nou moest er eigenlijk een manier zijn om het verloop van dat melodietje in een tekst als deze aan te duiden, maar dat gaat nou eenmaal niet. Ik bedoel: op het einde van dat lied gaat de melodie omhoog in een hoge draai van verbazing en tegelijk overtuiging. Beter kan ik het niet zeggen. Ik heb er vaak over gepraat met mijn jongste zoon en daar is het volgende plan uit voortgekomen. We gaan in de toekomst samen een website openen die wereldwijd aandacht zal vragen voor en geven aan het lied van de vink. We weten nog niet heel precies hoe het allemaal vorm zal krijgen, maar in elk geval zullen we daar van heinde en ver opnames verzamelen van vinkezang. Met natuurlijk nauwkeurige documentatie van de plaats van herkomst, geografische kenmerken van de omgeving en - vanzelfsprekend - deskundig commentaar over de dialectische kenmerken. Misschien zullen we het allemaal ook in kaart brengen. En het is niet uitgesloten dat we daarbij cultuurgrenzen zullen vinden. Zoals bij Maarten Koning met zijn nageboorte van het paard, de kabouter en het boerenwerk. U hoort nog van ons.

Jan van Bakel, 4 juli 2004

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven