Jan van Bakel



300.000


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Wie schrijft hoeft natuurlijk niet altijd iets te beweren. Hij kan ook wel eens wat vertellen. Dat zijn heel verschillende dingen. Het eerste speelt zich af in de ruimte van de discutabiliteit, de wereld van de meningen. Het tweede staat in de toonaard van de eenvoudige, klare werkelijkheid en waarheid. In elk geval is dat de aanname bij de auteur. Het zegt nog niets over de lezer, want die kan daar heel anders over denken. Maar daar gaat de auteur niet over. U hebt lange tijd weinig van mij gehoord, hier op deze plaats. Dat kwam omdat ik met een hoop andere dingen bezig was, en een mens heeft maar één hoofd. Ergens in de jaren '80 van de vorige eeuw - alweer - heb ik me, ik weet niet waarom, ingespannen om van de grond af aan een astronomisch planetarium te bouwen. U moet weten, dat was in de tijd dat er nog weinig anders bestond dan Windows 3.1, en je kreeg bij het werk aan je computer niet veel meer te zien dan een zwart scherm met een cursor. Alle grafiek die er voor zo'n planetarium nodig is moest je dus zelf aanleggen. Wat ik me moest leren was vooreerst een programmeertaal waarmee dat mogelijk was. Voor mij werd dat C. Ik kocht een Turbo-C-pakket waarmee ik nog steeds alles doe. Daarmee bouwde ik een grafisch programma met schermen die de nachtelijke sterrenhemel zouden tonen, maar waarvia ook alle interactie met het achterliggende astronomische systeem zou plaatsgrijpen. Die astronomische theorie hoef je natuurlijk niet zelf te bedenken. Daarvoor gebruik je het prachtige boek van Jean Meeus Astronomical Formulae for Calculators. 214 Pagina's met sterrenalgebra, met rekenvoorbeelden en al, zodat je ieder stukje theorie-programma in detail kunt toetsen. En zien tot hoeveel cijfers achter de komma alles klopt. Ik heb er twee jaar lang al mijn vrije tijd in gestoken. Misschien zijn er mensen die zich afvragen waarom iemand zoiets doet. Daar hoor ik zelf ook bij, maar ik weet het antwoord niet. Je kunt zeggen: omdat ik dat nou eenmaal wou, en dat is de zuivere waarheid. Maar vraag me niet waarom ik dat wou. De mens heeft niet een wil, hij is een wil. Zegt Schopenhauer. Via Arie Nagel kwam ik aan een gegevensbestand van 9098 sterren. Het behelsde per ster de lengte- en breedteparameters, de magnitude, de eigenbeweging (in lengte en breedte) en nog een parameter meer waarvan zelfs Arie Nagel niet kon vertellen wat die betekende. Het is een heel handwerk geweest om daaraan dingen toe te voegen als het hemelgebied (constellatie, sterrenbeeld) waartoe de ster hoorde, zijn naam in de vorm van een griekse letter en zijn eigennaam als Alcyone, Algenib, Achernar, Alrukaba of Alpheratz. Allemaal dingen die je vinden kunt in een prachtig boekje als Joachim Hermann Sesam Atlas van de Astronomie.

Toen vorig jaar, zoals ik u terloops al eens verteld heb, mijn harde schijf verbrandde door een kortsluiting, was ik veel kwijt. Dingen van mijn website kon ik gemakkelijk weer naar huis terugslurpen, maar uit de chaotische wereld van hier en daar wat backups bleek dat er een groot gat gaapte in de ontwikkeling van mijn ASTRO-systeem. Er hielp geen moedertjelief aan of dat moest weer overbrugd worden. Daar heb ik nou zo'n maand of drie vier alle uren ingestoken die de geschiedenis intussen opleverde. En ik heb wat uitbreidingen aangebracht. Bijvoorbeeld - ik zal het u uitleggen. Of vertellen, als u wilt. Vooreerst had ik al tijdenlang de wens om het basisgebrek te overwinnen van de projectie van een boloppervlak naar een plat vlak. Zoals ook aan de hand is met het afbeelden van het oppervlak van de aarde, is er het onderscheid tussen ronde en vierkante projectie. Iedereen kent de vreemde vertekeningen op de grote ovale kaarten van het hele aardoppervlak. Als je de noordpool zou kunnen neerleggen op ieder willekeurig punt, zou je, voor een beperkt deel van het oppervlak, altijd kunnen volstaan met ronde projectie. Maar daarvoor heb je een formule nodig die de parameters voor lengte en breedte [l,b] bij poolpunt [x,y] vertaalt naar [ln,bn] bij poolpunt [xx,yy]. Anders gezegd: verdraai met die formule het netwerk van lengte- en breedtecirkels rondom de aarde, zodat de noordpool b.v. op de equator komt liggen. Zo'n formule vind je vanzelfsprekend niet in de boeken over sterrenkunde, maar je vindt daar wel aanknopingspunten. Ik vond zoiets en heb het ingebouwd. Nu kun je iedere willekeurige ster aanklikken en onmidellijk verschijnt die als centrum van een sterrenkaart in ronde projectie. Een pseudo-noordpool dus.

Maar belangrijker misschien nog was de wens om het bestand aan toonbare sterren uit te breiden. Er is op het terrein van astronomische computertoepassingen allerlei te downloaden van het internet, maar bijna altijd zijn het onontwarbare bouwsels. Kijk b.v. naar SKYMAP. Een prachtig systeem, maar denk niet dat je ergens separaat al die sterren kunt vinden. Tenslotte - om een lang verhaal kort te maken, want om een verhaal ging het - vond ik op het adres http://starplot.org/datafiles.html gegevensbestanden voor 300.000 sterren. Om precies te zijn 299167 records van 520 bytes. Daar heb ik uit genomen wat ik binnen ASTRO nodig had. Ik heb de zaak gesplitst in 9 bestanden, onderscheiden naar de stermagnitudes. En onder ASTRO krijg je nou wanneer je, telkens meer, inzoomt op één of ander "rond" punt telkens meer van (telkens een ander deel van) die 299167 sterren te zien. Héhé, wat een zin. De titel hierboven is dus een lichtelijke overdrijving.

Jan van Bakel, 17 april 2005

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven