Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
In God geloven is onmogelijk. Eenvoudig omdat het onmogelijk is te zeggen wat je
daaronder zou moeten verstaan. Sommige mensen zeggen dat ze bedoelen: geloven in
de transcendente grondeloze
oorzaak van alles wat bestaat. Maar dat is zinledig zolang wij zijn opgescheept met
een intelligentie die eenvoudig niet kan waarnemen of denken buitenom de verhouding
van oorzaak tot gevolg en andersom, wanneer het gaat over iets wat bestaat. Je kunt
trouwens zelfs niet zeggen dat God bestaat, want dan orden je hem temidden van al het andere
wat bestaat en haal je hem als gelovige dichter bij het gewone dan je
zelf gepast zou moeten vinden. Het is nu eenmaal onmogelijk te spreken over iets
anders dan alles wat bestaat en daar hoort God zeker niet bij. Ware dat het geval
dan zou hij niet transcendent zijn. Toch zijn er mensen die zeggen dat God bestaat.
Dat ze in God geloven. Maar ik heb nog nooit van iemand kunnen begrijpen wat met
zo'n uitspraak bedoeld mag zijn.
Hoe onmogelijker het is over iets te spreken, met des te meer ferventie wordt het meestal
gepraktizeerd. En met des te meer verontwaardiging wordt gereageerd op miskenning.
Onlangs is in Amerika weer de discussie opgelaaid over de Goddeloosheid van de leer
van de evolutie. De evolutie, zeggen ze, mag niet onderwezen worden als zijnde een
fysische werkelijkheid maar slechts als wetenschappelijke theorie. Wat zouden ze daarmee
bedoelen? Dat het iets is wat gefalsificeerd zou kunnen worden? Er zijn heel wat mensen
die van mening zijn dat er "wetenschappelijke" uitspraken bestaan die dat stadium voorbij
zijn. Plasterk bijvoorbeeld laatsleden zondag als columnist van Buitenhof. Ik denk dat
hij bedoelt dat wetenschappelijk onderzoek
op het terrein van theorievorming over de structuur van de kosmos in het groot intussen
absolute overtuigingskracht heeft gekregen, zodat we niet langer kunnen spreken van een
hypothese over b.v. de structuur van ons zonnestelsel maar moeten spreken over
iets als een werkelijkheid. Maar dat vind ik een buitengewoon onwetenschappelijk
standpunt. Laat hij bij voorbeeld maar eens precies zeggen wat dat is een theorie in
verhouding tot een werkelijkheid en omgekeerd. Niet met de taal van een timmerman
maar sprekend als een wetenschapsfilosofisch geschoold academicus.
Ik zou het onderwijs in elk geval niet ernstig nemen als het ertoe voert dat
er platte werkelijkheden worden gepresenteerd. Beter kun je dan rondweg zeggen: vanaf
dit of dat punt neemt de man in de straat de uitspraak van de wetenschap over en gaat
die gebruiken in de sfeer van het praktische, eventueel "maatschappelijke", handelen.
Maar dan de God-gelovigen van hun kant, althans sommigen onder hen. Die menen dat
er dingen zijn waaromtrent het vaststaat dat ze niet anders tot stand gekomen kunnen
zijn dan door actueel optreden van de Schepper. Ik kan niet zeggen dat ik in God geloof,
zoals uit het bovenstaande gebleken kan zijn, maar ik heb wel genoeg uitspraken
in de sfeer van Godsgeloof aanhoord om te mogen denken dat zulke uitspraken
rondweg Godslasterlijk zijn. Wat voor een inferieure voorstellingen
zijn aan de orde als men meent dat voor het opperwezen de enige manier om leven
voort te brengen binnen de kosmos is het handwerk of tovenarij.
De enige respectabele Godsgelovige reactie op de overtuigingskracht van de evolutieleer
zou zijn de nederige belijdenis dat Gods wegen wonderbaar zijn, wonderbaarlijker dan
men met alle verouderde voorstellingen omtrent de structuur van de kosmos zo lang,
zo dom, zo middeleeuws was blijven denken.
Jan van Bakel, 10 mei 2005
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven