Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
Omdat ik geen religieuze vlag boven deze entr'acte wil zetten gebruik ik aanhalingstekens
in de titel. Dat ik toch een herinnering aan dat "mysterie" inbouw heeft als oorzaak
dat het juist die karakterisering als iets mysterieus is wat een enigszins correcte analyse van
het "verschijnsel" kwaad onmogelijk maakt. Juist dat mysterie zal ontzenuwd moeten worden.
Hier gebruik ik overigens voor de tweede keer
aanhalingstekens. Dat is thans noodzakelijk omdat het kwaad niet in de gewone zin onder de
verschijnselen te rekenen is. Het is natuurlijk een zogoed als onmogelijke toer om te willen
spreken over een situatie binnen het universum waarin de reflecterende intelligentie niet
bestond, maar het kan voor niemand twijfelachtig zijn dat het kwaad toen afwezig was, evenzeer
overigens als het goed. Dat vloeit noodzakelijk voort uit de vaststelling dat aan het kwaad
geen bestaan onder de verschijnselen kan worden toegedacht, eenvoudig omdat het moet
worden beschouwd als een "kwalificering" van iets, die het resultaat is
van een oordelende ratio. Het universum zoals wij het tegenwoordig opvatten behelst niets
anders dan een hoeveelheid materie, die zich in ruimte beweegt en evolueert. Die evoluering
is wezenlijk verandering. Was er geen verandering dan zou er geen universum en geen
geschiedenis zijn. Geen enkele verandering die zich voordoet
kan iets anders zijn dan voortzetting met wijziging van het heelal. En nooit of nergens kan
met redelijkheid onderscheid gemaakt worden tussen "goede" en "slechte" veranderingen.
Het zou toch bij voorbeeld onzinnig zijn om te beweren dat het maar "goed" is dat na 300.000 jaren
van bestaan het heelal transparant is geworden voor straling. De kosmos kan met redelijkheid niet
beschouwd worden als oorzaak van het goede of het kwade, eenvoudig omdat het onmogelijk
is ergens een grond te vinden voor zulk evaluerend oordeel. Er zijn wetten die ervoor zorgen dat
er een geschiedenis is en dat alles gaat zoals het gaat. Zelfs van ons eigen standpunt uit moeten we
vaststellen dat het volgens deze kosmos met deze wetten niet anders kan gaan dan zoals het gaat.
En zolang er geen oordelende
instantie bestaat, bestaat er al helemaal geen mogelijkheid tot evaluatie en dus ook geen goed of kwaad.
Onlangs stond Ger Groot in zijn column in De Groene (03-06-05) stil bij het
afscheidscollege van Maarten van Nierop "Huivering en klacht" met het motief van het
"radicale" kwaad. Auschwitz, 11 september 2001 en de Tsunami staan er model voor.
Wat zouden we moeten verstaan onder dat "radicale kwaad"? Toch niet iets dat van alles
de wortel is? Eerder iets ingrijpends, wat er diep inhakt. En wie zal dat bestrijden?
Maar dat alles verklaart nog niets en het brengt geen enkel inzicht bij. Is het kwaad dan niet
te begrijpen? Is het
een mysterie, waarvoor alleen nog religieuze verklaringen gezocht kunnen worden?
Maar waarin zelfs het geloof in een God geen bevredigend inzicht kan brengen, zodat het
zelfs binnen zulk verband mysterieus blijft?
Het is al duidelijk geworden dat het
de ratio is die de categorieën goed en kwaad voortbrengt en impliciet daarmee ook
de moraliteit. De ervaring van het boze, het kwade moet voorafgaan aan de ontwikkeling
van een moraliteit, dat wil zeggen aan evaluerende noties met betrekking tot het menselijk gedrag.
Dat oordeel over goed of fout menselijk handelen - en daarmee gepaard over verdienste en schuld -
is het historische product van "beschaving" en "cultuur".
Als zodanig is het iets met ontwikkeling en wijziging, maar de hoofdvraag is waarop
het uiteindelijk berust en hoe het begrepen moet worden. Die vraag heeft twee aspecten:
hoe ontstaan er gebeurtenissen die wij met de termen "goed" en "kwaad" evalueren en wat is
de aard van die gebeurtenissen waardoor ze binnen de verzameling van "goed en kwaad" vallen.
Beoordeeld in kosmisch verband is alle verandering en alle vergaan
natuurnoodwendig. Alles gaat zoals het gaat. Het moet zo, het kan niet anders. Het is niet goed,
het is niet kwaad. Het is. Maar bij het onstaan van het leven wordt alles anders.
Er blijkt ergens een wil te zijn die ontwaakt in die zin, dat datgene wat
zich manifesteert als bewustzijn zich vanaf zijn eerste moment van bestaan inspant om
zich te verzetten tegen veranderingen in de kosmos die zijn bestaan bedreigen.
Die wil is ergens op gericht en ergens tegen gericht. Dat is de introductie in de
kosmische geschiedenis van het doel. En het doel brengt noodzakelijk met zich mee
de zin, het goed en het kwaad. Zolang de ratio niet in die bewuste wezens
is ontstaan, bestaan de abstracte categorieën die ik noem alleen nog in pragmatische zin, maar
bij het ontstaan van het zelfbewustzijn - bij de mens -
worden het ervaarbare werkelijkheden die het handelen
richten. Het gras wil omhoog, het leven verdedigt zich tegen zijn vijand,
de leeuw vermoordt de welpen van de nieuwe leeuwin van zijn roedel, de mens richt Auschwitz aan,
het WTC stort in elkaar.
(Voor een analyse van het kwaad zoals ik die beproef is niet nodig de notie van de zich
realiserende wil, zoals Schopenhauer die ontworpen heeft, te vervolgen in alle generaliseringen
waarbij hij zelfs werkzaam wordt geacht in de verschijning van de stof zelf en die dus
volgens hem aan de basis staat van het hele universum. Die het universum is.)
Wanneer we, zoals zoëven, Auschwitz en 11 september noemen, blijkt onmiddellijk dat de Tsunami
van andre orde is. Hij kan eventueel aan de orde komen als het gaat om gebeurtenissen die we
goed of kwaad noemen, maar met menselijke moraliteit is er geen enkel verband. De verzameling
"GOED-EN-KWAAD" bevat dus heterogene zaken. In zoverre we het onheil van mensen een legale grond
vinden om iets "kwaad" te noemen, zouden we over het hele universum hetzelfde oordeel kunnen
uitspreken, louter in afhankelijkheid van wat we zus of zo willen evalueren. Dat heeft uiteraard
geen zin. Laten we daarom vaststellen dat de Tsunami als zodanig niet op adequate wijze goed of
kwaad genoemd kan worden. We moeten daarom die doden niet op andere wijze betreuren dan de
200.000 die er sowieso per dag minimaal sterven en waarvan we moeten aannemen dat ze door andere
natuurlijke (kosmische) oorzaken dan een Tsunami aan hun einde komen.
Is de ramp van Auschwitz en m.m. die van 11 september 2001 iets wat ons het kwaad als een
mysterie moet doen denken? Ik denk niet dat dat nodig is. Verkrachting en moord die voorkomen
als vormen van menselijk gedrag zijn evenmin te karakteriseren als een mysterie als de
allesverwerwoestende moorden die we met microskoop of verrekijker waarnemen in het dierenrijk.
Ze moeten begrepen worden als extreme - want sterk door de menselijke ratio ondersteunde -
vormen van zelfhandhaving en vijandbestrijding. Daar is niets mysterieus aan. Wel moet aan de
mens geprezen worden dat hij tot het inzicht is gekomen dat er enige matiging zou moeten
beoefend worden bij zijn zelfverdediging en -handhaving. Zulke inzichten zijn ook weer geen
mysteries, want ze laten zich heel wel argumenteren. Maar zonder de feiten uit de menselijke
beschavingsgeschiedenis die tot die matiging hebben gevoerd zijn wij niet beter (liever dus: anders)
dan andere verscheurende dieren.
Jan van Bakel, 13 juni 2005
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven