Jan van Bakel



Cultuurexcuus


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Je kunt natuurlijk niet alle proefschriften lezen die er verdedigd en aangevallen worden, maar je mag er wel je eigen gedachten over vormen als er zoëen besproken wordt in een ernstige krant. Daarom ben ik zo vrij. Met uw welnemen. Mirjam Siesling heeft onderzoek gedaan naar het gewicht dat in strafzaken door advocaten en rechters wordt toegekend aan de culturele achtergrond van een misdrijf. De aandacht in de bespreking van Joke Mat van haar proefschrift "Multiculturaliteit en verdediging in strafzaken" (NRC 1-12-06,2) - en misschien ook in dat proefschrift zelf, maar dat valt niet te beoordelen - richt zich vooral op eerwraak-zaken. De promovenda laat zien dat verdachten soms misbruik maken van culturele achtergronden in de wetenschap of veronderstelling dat dat rechters wat coulanter kan stemmen. Dat ligt voor de hand, suggereert zij, want de rechter is gehouden per zaak te bepalen "of de verdachte werkelijk werd gestuurd door zijn cultuur of dat hij zich daarachter verschuilt om zijn verantwoordelijkheid te ontlopen". Het zijn hachelijke dingen, want het is nou eenmaal moeilijk te beoordelen hoe je uitspraken van moordenaars over wat hen dreef hebt te beoordelen. Siesling lijkt overwegend van gevoelen dat de rechters onvoldoende oog hebben voor de cultuur die de eerwrekers drijft. Zij zouden coulanter moeten zijn. Het is een fout van onze eigen cultuur dat zij zo streng zijn. Een voordehandliggende bewijs daarvoor levert minister Verdonk die de eerwraak verklaart uit een "verknipt en aangeleerd gevoel van trots".

Toch verloopt de argumentatie met horten en stoten. Een moeilijkheid ook is het dat het argument dat de dader gedreven werd vanuit zijn cultuur bij sommige rechters juist tegen hem werkt. Siesling vindt dat duidelijk zou moeten worden wanneer de cultuur wél en wanneer die níet als excuus kan gelden. Maar meer dan dit heeft ze niet aan te bieden. Spreken over "onze" cultuur tegenover een "andere" ("vreemde"!) mag natuurlijk niet, dus dan blijft er niets anders over dan beter of slechter. Evengoed is moreel gelijkwaardig en het terrein van de moraal is het terrein van de rechter. Op de vraag: Nederlandse normen en waarden kunnen volgens u leiden tot onterechte verwijten aan verdachten uit andere culturen. Hoe? is het verwarde antwoord:

    "(...) De nederlandse strafrechtspraak is erg eenzijdig bemand. Nederlandse rechters zijn vaak blanke vrouwen van een bepaalde politieke signatuur - D66, PvdA. Een humanistisch en verlicht groepje, erg gesteld op berouw, spijt en inzicht in wat je gedaan hebt. Heel erg tégen dat atavistische idee van eerwraak, waarbij mannen handelen vanuit eer en schaamte en vrouwen geen eigen wil mogen hebben. Als de verdachte van een eergerelateerd delict drie van zulke rechters treft, kan dat ongunstig zijn".
Had u dat durven schrijven in uw dissertatie? Of zelfs maar uitspreken tegenover een journalist? Maar wat bedoelt zij precies? Ze is tegen die softies, maar verwijt hen ook dat ze tegen dat atavistisch idee van eerwraak zijn. Ik zie weinig cohesie in die oordelen. Dat accent op tégen maakt het niet makkelijker. Ik neig ertoe te verstaan dat de mening van de promovenda inhoudt dat een rechter bij gevallen van eerwraak rekening zou moeten houden met de culturele achtergronden, en wel in die zin dat hij coulanter zou moeten zijn. Maar rechters, zegt zij, zijn onvoldoende geschoold voor het vormen van een juist oordeel over de bewuste culturen. Dat zou beter moeten. Weg dus met die D66- en PvdA-rechters? Geen idee. Mirjam Siesling eindigt met een weinig informatief citaat naar een Turkse advocaat die zei: "Ik begrijp wat er speelt in zo'n gezin". En zij vlucht ijlings heen met iets wat in de lucht blijft hangen: "Je hoeft het niet goed te keuren, maar je kunt wel meevoelen wat er leeft".

De vraag blijft dus liggen of een culturele samenhang een misdrijf kan excuseren of minder erg maken. Aan redelijkheid kan het niet liggen, want een cultuur berust niet op redelijkheid maar op traditie. Wanneer traditie als zodanig een geldig uitgangspunt genoemd zou worden is kannibalisme even acceptabel als wat dan ook. Of een religie die mensenoffers eist. Als je er een God bij verzint sta je immers nog weer sterker. En vraagt u door hoeveel mensen een traditie gedeeld moet worden om een cultuur te kunnen heten? We gaan er toch geen kwantitatief probleem van maken? Voldoende is dus: dat is onze cultuur. Gelukkig dat onze rechter zegt: en dat is niet onze cultuur.

Jan van Bakel, 3 december 2006

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven