Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
Een van mijn treurigste ervaringen was de ontgoocheling die ik ervoer
toen ik destijds in NRC M, het maandelijks magazin dus, Roelof van Gelder
zag starten met zijn reeks hertalingen van 17e- en 18e-eeuwse Nederlandse
brieven in The National Archives in London. Als je zijn vertalingen
vergelijkt met de als illustratie toegevoegde fotografische weergave
van de originelen, zie je wat een verlies je hier als lezer lijdt.
En al dat leed komt in je herinnering terug wanneer je
Marita Mathijsen overstag ziet gaan
tegenover uitgever, schrijver en producer wanneer bij de uitgave van een
oudere Nederlandse tekst gekozen moet worden tussen een wetenschappelijke
presentatie, een herspelde vorm en een vertaling
(NRC Boeken, 12-01-07, 26). Natuurlijk gun je graag iedereen de tekst
die hij wenst. Aan wat mensen willen kan geld verdiend worden en je hoort
zelden argumenteren dat daar grenzen aan gesteld moeten worden.
De markt is de markt. Maar wanneer een Amsterdamse hoogleraar haar positie
bepaalt, komt uiteraard de kwestie aan de orde van de opstelling van
de Universiteit in dezen. Het is niet de eerste keer dat Mathijsen zich
in de heikele stof begeeft en evenmin voor het eerst dat zij culturele waarden in de
strijd verkwanselt. Zij argumenteert:
"Je bent wereldvreemd als je denkt dat je studenten met plezier de Camera Obscura,
romans van Jacob van Lennep, Sara Burgerhart lezen. De taal stoot af, de oude druk
stoot af, de stijl spreekt niet aan, de thematiek is niet toegankelijk".
Zulke ervaringen met studenten brengen haar naar het schijnt in een gewetensconflict.
Voor zichzelf huldigt ze - zij het met een kwaad geweten - het zuiver wetenschappelijk
oogmerk van universitair onderwijs, maar de studenten komen voor iets anders.
Ze zijn - zegt ze - nauwelijks meer te motiveren om teksten uit het verleden te lezen.
Mathijsen verkeert dus kennelijk in de veronderstelling dat zoiets haar taak is.
Het zal u niet verbazen dat ik het probleem zelf ook van ondervinding ken,
maar ik stond destijds op het standpunt - en liet dat ook expliciet weten aan wie het
horen wou - dat we te maken hebben met volwassen mensen en dat die zichzelf moeten
motiveren. Komen ze voor iets anders dan voor wat de universiteit beoogt
dan zijn ze aan het verkeerde adres. En voor wat de universiteit nastreeft
verwees ik gaarne naar The idea of a University, dat we (dienen te!)
kennen van Newman. Hier hoort natuurlijk bij dat ik ook wel weet
dat de ambtsdragers binnen de universiteit in al hun waardigheid
hun eigen baantje riskeren als ze die onvolwassen studenten van vandaag
niet op tijd kost wat kost hun mastersbriefje leveren.
Maar het echte punt blijft liggen: moet de universiteit de studenten instrueren
dat ze in staat zullen zijn aan ieder zijn gewenste versie van een oudere
Nederlandse literaire tekst te leveren? Mathijsen meent van wel, maar dat is
nu juist haar wezenlijke vergissing. De Nederlandse literatuurwetenschap kan binnen een
echt universitair kader niets anders beogen dan bij de studenten het weten
omtrent de Nederlandse literatuur en haar geschiedenis bij te brengen.
Wanneer iemand zich om welke
redenen of waar dan ook ten doel stelt teksten uit die wereld in welke vorm dan ook en op
grond van welke onwetenschappelijke criteria dan ook in druk uit te geven en
met door hem gewenste gevolgen op de markt te brengen, hij ga zijn gang. Ook als hij
daarbij de wetenschappelijke kennis benut die de (echte) universiteit hem heeft
bijgebracht. Maar de (echte) universiteit heeft niet de taak hem daartoe specifiek
op te leiden. Wanneer iemand binnen de universiteit ergens een nevenschooltje
inricht waar gepoogd wordt wetenschappelijke kennis toepasbaar te maken
binnen de universele wereldmarkt, laat hij dan een uithangbord aanbrengen waar
duidelijk op staat Toepassingen. En als Marita Mathijsen in de gaten krijgt
dat zij onder zo'n uithangbord werkzaam is ...
Ja, daar zouden we dan misschien eens apart en uitvoerig en principieel over kunnen praten.
Jan van Bakel, 13 januari 2007
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven