Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes
Niets wat in Nederland een hogere rang in de actualiteit heeft dan de discussie. Niets ook
waar het volk minder voor gekwalificeerd lijkt, evident door afwezigheid van voldoende scholing.
Je kunt het maar beter duidelijk zeggen. De regering is in geheim beraad gegaan om de
toespraak te beoordelen die Maxima, misschien wel helemaal op eigen gelegenheid en in de
hoge eenzaamheid van haar oranje functie, had gecomponeerd. We weten dat niet zo precies,
want de regering is verantwoordelijk voor de tekst maar kan niet worden aangesproken over
de geschiedenis van die tekst. In Buitenhof komt de minister een poging wagen om op
een enigszins acceptabel niveau van intellectueel argumenteren Maxima's gecritiseerde
tekst te verdedigen. De Nederlandse identiteit - zegt deze - heeft zij niet gevonden en
"de" Nederlander bestaat niet. Die dingen zijn waar en wat
moeten we dan hier met z'n allen, ofwel ze zijn niet waar en dan rijdt de regering
een scheve schaats. Dit laatste ligt een beetje buiten zicht, want de regering
is verantwoordelijk voor de uitgesproken tekst en moet alleen deszelfs waarheid met voldoende
overtuigingskracht overeind kunnen houden tegen kritiek.
En dat kwam mevrouw Vogelaar dus doen in Buitenhof. Althans dat bleek nodig.
Het is natuurlijk al te duidelijk dat de regering zich er in een wolk van domheid
heeft laten inluizen. Ze had in een vlaag van zelfoverschatting niet
het gevaar onderkend van een uitspraak over "het bestaan"
van iets wat "abstract" is. Haar enige troost mag zijn dat die kwestie in het hele
babbeltje bij Buitenhof ook niet aan de orde kwam. Daar was niets aan de orde
dan het onbestemde gevoel dat die dingen waarover Maxima sprak toch wel op een of andere
manier moesten bestaan. Zonder zoiets konden we toch met al die vreemde mensen om ons heen
over niets meer praten? Dus regering: leg eens uit. En die regering schrok zich rot.
De moeilijkheid bij veel discussie bestaat erin dat het juiste begrip ontbreekt omtrent
taal en de betekenis van uitspraken. De taal kan over wat dan ook alleen maar spreken in zoverre
dingen uit de werkelijkheid worden gekarakteriseerd in algemene abstracte termen.
Over wat dan ook kan alleen maar in abstracte termen gesproken worden. Als je een appel
in de linkerhand neemt en een peer in de rechterhand kun je de overeenkomst tussen het een
en het ander alleen maar uitdrukken met hantering van de abstracte termen
"hand" en "vrucht" en de verschillen alleen met de abstracte termen "links" en
"rechts" en "appel" en "peer". Als je het over "bestaan"
hebt begeef je je buiten de taal. Wil je daarover iets aan de orde stellen binnen de taal, dan
zul je ook weer de abstracte instrumenten van de taal moeten gebruiken.
Dat betekent dus telkens: je zult
concrete dingen moeten vangen onder abstracte algemene termen.
Omdat de bestaande dingen concreet zijn kan de taal nooit adekwaat zijn.
De appel bestaat niet,
noch ook de peer, noch ook de rechterhand noch ook de linkerhand. In het licht van deze
waarheden moet je dus zeggen dat "de Nederlander" niet bestaat. Wat je
alleen maar kunt doen is: proberen overeenstemming te bereiken over de
vraag wanneer je de talige term "Nederlander" op iemand zult toepassen.
Heb je die marteling achter de rug, dan kun je eens gaan nadenken over de identiteit.
Identiteit in de psychologische werkelijkheid binnen een menselijk hoofd
- want dáár bestaat dat, indien al ergens - is de
zelfinterpretatie, welke in het algemeen (als je niet knettergek bent) tot stand
komt binnen een historische, culturele omgeving. Ga je gang. En heeft iemand die
omtrent zichzelf door nadenken bereikt, dan kan hij die in woorden proberen uit te
drukken, waardoor ze in een ruimte van "discussie" vergeleken en getoetst kan worden
met en aan die van anderen. Misschien kun je zo ooit tot overeenstemming komen over
"Nederlandse identiteit". En ik voeg eraan toe: dan kun je, als je door welke reden
of oorzaak dan ook in de Nederlandse regering terecht bent gekomen, bij gelegenheid
een koningin in den dop een beetje zinvol adviseren.
Ik kan niet laten ook een andere sotternie even ter sprake te brengen. Bij de algemene
beschouwingen in de kamer dezer dagen waren van de zijde van menigeen uitspraken te
horen over een karakterisering van het nieuwe kabinet in termen als links, rechts, rechts-links,
links-rechts enzovoort. Dat mag. Maar knettergek in mijn optiek is het om de
ministerpresident te vragen wat voor een kabinet - in zulke termen - onder zijn
premierschap aan de orde is gekomen. Of in ieder geval, dat die premier niet antwoordde:
"Links of rechts of wat dan ook behelst een samenvattend oordeel over (b.v.)
een kabinet. Dat is een algemene (maar indien niet geëxpliciteerd of niet achteraf: zinledige)
karakterisering die aan iedereen, dus ook aan kamerleden, wordt toegestaan.
De regering geeft niet zulk samenvattend oordeel over zichzelf of over haar werk.
Zij stelt slechts, en alleen met uw goedkeuring, regeringshandelingen".
Jan van Bakel, 9 oktober 2007
janvanbakel.nl
Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.
Terug naar boven