Jan van Bakel



Nog eens over meningsuiting


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Laten we het eens proberen. De hele politiek staat bol van de onzin als het over meningsuitingen gaat. Misschien wordt het allemaal wat beter als iemand zijn verstand gebruikt. Schiet ook ik weer tekort dan is de beurt aan u. Tenminste als intussen de meningsuiting niet definitief is verongelukt door het gebazel van al dat mulo-volk. Ik zeg het maar duidelijk. Het is nou eenmaal nodig om abstracte termen en gedachten te kunnen hanteren, dus iets geleerd moet je wel hebben. Ik zeg: ik zeg het maar duidelijk.

Meningsuiting is een bepaalde deelverzameling van taalgebruik. Iets dus waarover in termen van taalgebruik gesproken moet worden. Zeg je over meningsuiting iets wat over taalgebruik sowieso nooit gezegd kan worden, dan is je uitspraak ernaast. We hebben het dus over een bepaalde deelverzameling van Nederlandse zinnen en die moet gekenmerkt worden.

Uiteraard staat van meet af aan centraal dat we het moeten hebben over zinnen die naar hun inhoud kunnen worden beschouwd als uitingen van een mening. Wanneer is de inhoud van een zin een mening? Over de inhoud van een zin kunnen we natuurlijk ook alleen maar spreken met weer andere zinnen, dus het wordt wel moeilijk. Om elkaar een beetje te blijven verstaan moet je werk maken van het nauwkeurig bepalen en afbakenen van wat je met je terminologie bedoelt. Dat is een kwestie van verstand en begrip en alles wat daaraan kleeft in termen van emotie, boosheid, vrees, politieke voorkeur, godvrezendheid, mensenhaat enzovoort moet je buiten de argumentatie houden. Doe je dat niet, dan heb je zeker geen mening geuit over meningsuiting.

Vooreerst de vraag: wanneer hebben we te doen met een mening? U moet zo'n vraag niet belachelijk of overbodig vinden. Niemand zal de zin "water weegt een kilo per liter" als een meningsuiting beschouwen. Dus als iemand het daarmee oneens is moet die niet zeggen: "daarover heb ik een andere mening", maar liever "domoor" of "haal je schoolgeld maar terug". Laten we zeggen dat dergelijke objectief feitelijke zinnen buiten het probleemgebied liggen. Ze zijn niet problematisch, zelfs niet wanneer ze onzinnig zijn of onwaar. Zinnen die een feitelijkheid vaststellen, juist of onjuist en controleerbaar waar of onwaar, zijn als zodanig geen uitingen van een mening. Ze zijn dus voor ons onderwerp van dit moment buiten de orde en irrelevant.

Andere zinnen die buiten de orde zijn als het over meningsuiting gaat zijn zulke waarin een wil wordt uitgedrukt. Zegt iemand "Ik wil dat alle autoverkeer wordt verboden", dan kan niet geantwoord worden met iets als "Daar ben ik het niet mee eens" of "Ik ben van andere mening". Daaruit blijkt dat mening moet gaan om een feitelijkheid. Er moet een toestand zijn waaromtrent je niet de feitelijkheid vaststelt (want dat houdt geen mening daarover in), maar waar je iets anders doet. Het is natuurlijk in zo'n geval wel een feitelijkheid - mag je aannemen - dat de spreker dat wenst, en het kan niet zo zijn dat het voor iemand verboden zou zijn daaraan door taaluitingen ruchtbaarheid te geven. Het moet dus beschouwd worden als een (niet verbiedbare) meningsuiting, wanneer iemand zegt: "Ik ben van mening dat het wenselijk is dat alle autoverkeer verboden wordt" - wat impliciet hetzelfde is als zeggen "Ik ben van mening dat alle autoverkeer verboden moet worden". Maar er groeit verschil met "Ik wil dat alle autoverkeer wordt verboden" en wel omdat we naderen tot "Alle autoverkeer moet verboden worden!!". Hier nadert het spreken het doen. Een taaluiting die (bijna) een daad wordt.-(En iemand anders kan daar bang of boos van worden. Wat overigens niets meer te maken heeft met de vraag of het ergens nog om vrije meningsuiting gaat. Dat komt hoogstens nog aan de orde als er geen klappen vallen. Tegenwoordig zijn er al mensen op grote afstand van het toneel van handelen, die zeggen zich erbij betrokken te voelen. En zelfs beledigd te zijn. Gisteren stond er een kop in de krant: "Wim Helsen smelt bij schele Jezus". Haast u, misschien komt er iemand voor in de nor.)-

Waar zit 'm dat nou in? Het verschil bestaat in de afwezigheid van rationalisering in deze laatste vorm. Deze wordt gekenmerkt door een doorbreking van de koele sfeer van de rationele uitwisseling van gedachten. Daarin schuilt de adder onder alle gedoe rond de vrijheid van meningsuiting. Waarom zou iemand niet mogen zeggen "Het ware te wensen dat alle autoverkeer verboden werd"? Of "Het zou me een lief ding waard zijn als alle autoverkeer verboden werd"? Of "Alle autoverkeer moet verboden worden"? Toch komen we dan dicht bij de bekende problemen. Dat dat zo is blijkt duidelijk als je in plaats van "alle autoverkeer" kiest voor "homosexualiteit", "christendom", "de hele islam". Hier wordt de hele zaak van ja of nee meningsuiting volslagen irrelevant. Niet omdat er niet, minstens impliciet, sprake zou zijn van uiting van een mening, maar omdat er heel wat anders aan de hand is, waarover wij in gezamenlijke lafheid of halfslachtigheid of zelfs uit eerbied besloten hebben te zwijgen.

Ik zal u zeggen wat dat is. Wij keuren het af dat iemand pogingen in het werk stelt om de maatschappelijke orde op enig punt zodanig te herstructureren dat we in strijd geraken met uitgangspunten die weliswaar in beginsel niet onveranderbaar zijn, maar waaraan wij toch, vooral uit eerbied, beschaving, lafhartigheid of gewoon schrik, niet willen raken. De conclusie moet dus zijn dat het helemaal niet gaat om "meningsuiting" maar om "sociaal of politiek of moreel (on)aanvaardbaar". We hebben daarom eerder behoefte aan politieke uitspraken over uitbreiding van de klasse der onnoembaarheden en onzegbaarheden zoals de genocyde in Turkije, de holocaust in Duitsland. Het is immers puur mode of politiek wat daar verder bij hoort. Maar zelfs deze uitspraak kan gewoon niet. Gelukkig dat er vrijheid van meningsuiting is.

Jan van Bakel, 31 januari 2009

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven