Jan van Bakel



"Wetenschap"


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

De krant van maandag is meestal een zieke met een kater. Dat geldt voor de NRC en misschien ook wel voor andere dagbladen, maar die lees ik niet. Die gaan dus vrijuit bij gebrek aan bewijs. Ik spreek natuurlijk niet over het gewone nieuws, zijnde de selectie uit de dingen die gebeuren. Misschien gebeuren er in het weekend wel vooral van die weekend-dingen en wordt het karakter van de krant vooral daardoor bepaald. Van die onbetekenende dingen dus waar niemand wat aan kan doen of iets mee heeft, maar die toch gebeuren, en wel specifiek in het weekend. Daarover wil ik het dus niet hebben. Dit - terzijde - zou trouwens ook wel erg moeilijk worden, want bewijs dat maar eens of reken dat maar eens uit. Nee dus, daar spreek ik niet over. En om u de waarheid te zeggen: ik blijf helemaal buiten die weekend-problematiek. Voor de zekerheid spreek ik liever over iets wat geheel en al buiten de actualiteit zelfs van een weekend ligt. Wat dus zeker niet, voor wat zijn aard betreft, aan iets als een weekend kan worden vastgepraat. Ik spreek over de rubriek wetenschap in de krant en zelfs, om alle kwade kansen geheel en al te mijden, over die van dinsdag. Gisteren dus.

In de rechterbovenhoek - waar ik meestal begin - een stukje over kanker voor vrouwen met overgewicht die een maagoperatie hebben ondergaan: ze hebben er bijna de helft minder kans op (terwijl dat niet geldt voor overeenkomstige mannen). De uitspraak berust op waarnemingen aan vrouwen en mannen. Een resultaat van wetenschappelijk onderzoek zegt men. Maar is dat iets anders dan tellen? En is tellen dan wetenschap? Daar had ik liever iets over gelezen. En wie heeft nu iets aan die "wetenschap"? Als je als vrouw die kanker krijgt weet je niks meer of minder dan vóór dat "onderzoek". Je kunt je alleen troosten of kwellen met de gedachte dat je pech hebt gehad, maar wat is pech? Iets in je hoofd.

Over dat stukje daaronder over die mobieltjes die energie kunnen halen uit de ether: geen kwaad woord. Dat is echt iets anders dan met een geleerd hoofd tellingen verrichten aan gebeurtenissen. Heel wat anders dan wat er volgt over die Amerikaanse pubers die menen dat hun kans op sterven voordat ze 35 zijn minstens 50% is. En dat is natuurlijk weer heel wat anders dan onderzoek doen naar de dood-al-of-niet van wie op zeker moment Amerikaanse pubers zijn totdat ze al-of-niet 35 zijn. Wat is hier gebeurd (aan "wetenschap" wel te verstaan)? Ze hebben 20.594 kinderen tussen 12 en 18 gevraagd: "wanneer denk je te zullen sterven" en later gekeken of ze zichzelf meer of minder ellende aandoen al naargelang. En zie: die dingen hangen samen, want als ze pessimistisch zijn over hun levensduur nemen ze een hoop meer risico's. Terwijl je juist zou denken dat dat omgekeerd was! Tenminste dat zegt de "wetenschappelijke onderzoeker". Maar ik zou denken dat je evengoed kunt beweren dat ze kennelijk wanhopig vabanque spelen omdat ze toch al gauw de wereld uit denken te zijn.

Dan volgt, nog altijd in die rampzalige rechterkolom van die wetenschapspagina, een stukje over Leidse onderzoekers, dat begint met deze zin: "Imitatie van andermans gezichtsuitdrukking en lichaamshouding leidt lang niet altijd tot inzicht in de motieven van de ander". Achteraf wist ik dat ik hierna echt had moeten stoppen. En zonder blikken of blozen had moeten vervolgen met het daaropvolgende stukje over Leeuwenbendes, dat verhandelt over telwerk dat liet concluderen dat de als lui bekend staande mannetjesleeuwen (een kennis die waarschijnlijk berustte op vroegere tellingen) bij confrontaties tussen bendes een grotere rol spelen dan gedacht. Of was die oudere veronderstelling over luiheid eigenlijk onjuist? Hoe dan ook, volgens mij levert het nieuwe "onderzoek" alleen een verwerping van het oudere. Maar ja, die kolom is nou wel vol.

Dan blijven er nog 5 bijdragen over. Ik begin links boven: Man minder vruchtbaar door cosmetica is de kop. Er is natuurlijk weer veel geteld rond deze problematiek, maar de enige conclusie die de lezer wordt aangeboden is dat de Schotse vruchtbaarheids-expert Richard Sharpe dat nog niet zo zeker weet en dat Nel Roeleveld (Radboud) denkt van wel. Ziezo. En daaronder dan de kwestie van het ontstaan van het Slurfdier ja of nee pas na de dinosaurus. Kijk, dat is nu eens geen telwerk en de interpretatie van de vondsten berust op ervaring en kundigheid. Ik zou het wel wetenschap durven noemen. Iets overeenkomstigs geldt van het interview van Liesbeth Koenen met Nico van Straalen over Vegetariërproblemen, hoewel dat weinig diepte bereikt.

Blijven over midden op de pagina de bijdragen over Nachtwolk verraadt komeet en Antieke weerstand beschermt ouderen. Het eerste levert interessante nieuwe informatie en/of interpretatie van de historische kosmische inslag in Siberië in 1908. Ook geen kwaad woord daarover natuurlijk. Maar het tweede, dat gaat over de Mexicaanse griep, bevat weer weinig anders dan wat gegoochel met getallen. Niks dus. En het kunstje in het kader onder de titel "Er zijn 1.400 mensen nodig om de griep naar een ander land te brengen" is daarvan het monomane, laten we zeggen fetichistische, toppunt.

Laten we dus eens discussiëren over de stelling: Toepassingen van statistische theorieën op aantallen van waarneembare verschijnselen vormen geen wetenschap over die verschijnselen maar zijn daarvoor het wetenschappelijk onzinnige alternatief. En ik geef een paar voorzetten: 1) een kansberekening dient tot niets; 2) een "kans" is een begrip zonder relatie tot enige waarneembare werkelijkheid, omdat a) het spreekt over de nietbestaande toekomst en b) over het onbestaande geen juiste begrippen kunnen gevormd worden; 3) uitspraken gebaseerd op kansberekening gaan uiteraard over het niet-bestaande.

Jan van Bakel, 1 juli 2009

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven