Jan van Bakel



Huiselijk geweld


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Onverwacht en plotseling worden vanmorgen de media bezwangerd door het plan van de grote steden om onderzoek te gaan plegen rondom de vraag of kinderen die slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld later op hun beurt van zoiets oorzaak zullen worden. Het ligt voor de hand dat het zal gaan om uitspraken in termen van kansen en waarschijnlijkheden, zodat er niet onmiddellijk op voorhand veroordelingen hoeven te worden verwacht. In het Radio-1 Journaal werd al met een deskundige gesproken over de vraag hoe dat onderzoek zal toegaan. De journalist stelde zich denkelijk wat al te levendig voor hoe dat kind-slachtoffer door de onderzoeker met zijn apparatuur in zijn verdere leven zou worden gevolgd. Die heeft ook gewoon een kostwinning, al zal er wel wat ethische discussie moeten plaatshebben over wat er aan methodieken denk- en oorbaar is. Even was aan de orde hoe je die kinderen in hun latere leven moest volgen, maar daarbij kierde al wel even de mogelijkheid om na te gaan of er andersom kon worden onderzocht: nagaan of de geweldplegers vroeger overwegend geweldslachtoffers zijn geweest. En dan heb je natuurlijk de statistiek. En daar zijn we weer.

Je kunt erop zweren dat het gaat gebeuren. Het gaat om menselijk gedrag, dus de waarneembaarheid is geen probleem. Voor een enquêteur is het een fluitje van een cent. Hij krijgt een vragenlijst met 12 vragen die met ja of nee moeten worden beantwoord en daar gaat hij jaar na jaar de situaties mee te lijf waar de voormalige slachtoffertjes maatschappelijk functioneren. Om de resultaten bruikbaar te maken moet natuurlijk overeenkomstig schaduwonderzoek plaatshebben in situaties waar eenmalige niet-slachtoffers functioneren, want anders werkt de statistiek niet. En om even representatief te zijn in beide populaties (wel/niet slachtoffer van geweld) moet er kwantitatief breder geënquêteerd worden bij niet-slachtoffers. Als ik de tijd die verloopt tussen slachtoffer-zijn en slachtoffers-maken schat op 25 jaar dan hebt u een idee over hoe lang dat plan van die grote steden arbeidsplaatsen zal leveren. (Of voorlopig uitgesteld zal worden natuurlijk.)

Zou het ook anders kunnen? Jazeker. Dat zei ook die deskundige die vanmorgen voor de radio aan de beurt kwam. Die merkte op dat je ook andersom kon werken, nl. door te onderzoeken of de misdadigers van heden in hun jeugd mogelijk overwegend slachtoffer zijn geweest. En je vraagt natuurlijk weer hetzelfde bij de niet-misdadigers van vandaag. Je hoeft dan ook niet 25 jaar te wachten om te weten te komen wat je weten wilt. Gewoon dus één groot voor de hele bevolking representatief statistisch onderzoek.

Zo, dat weet je dan dus allemaal. Je weet precies hoe groot de kans is dat die slachtoffertjes later zelf huiselijk-geweldplegers zullen worden. En natuurlijk hoe groot de kans dat hedendaagse niet-slachtoffers later in de fout zullen gaan. Maar wat doe je met die kennis? Een kennis die geen feiten oplevert maar alleen probabiliteiten? U weet het net zo goed als ik: je kunt er helemaal niks mee. Behalve zeggen wat ze vroeger zeiden op de Brabantse dorpen: Ja, ik hagget wel gezeed!

Jan van Bakel, 7 juli 2009

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven