'Jan van Bakel - Entr'acte

 

 


Jan van Bakel



"Distinguo" - ik maak verschil


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Zoals u weet heb ik het woord "discriminatie" al 56 keer ergens in mijn entr'actes gebruikt, maar u zult me wel toestaan er toch nog een keer op terug te komen nadat ik dezer dagen ergens las: "Discriminatie is een voorwaarde voor betekenis. Als je geen verschil maakt tussen de ene persoon en de andere, dan bestaan ze niet op zichzelf en geen verschil kunnen maken leidt tot onverschilligheid" (Connie Palmen, De Vriendschap, 1995, blz.258). Het kan zijn dat u dat een beetje mosterd na de maaltijd noemt (1995!), maar u moet bedenken: voor Connie Palmen trek ik pas tijd uit als ik in het ziekenhuis lange tijd in een gang op een stoel moet zitten en dat is sinds 1995 niet eerder gebeurd. Hoewel ik het een hartstikke goed boek vind, echt. U zou natuurlijk ook kunnen zeggen: jaja, discriminatie, maar het gaat erom op grond waarvan. Maar dat hebt u dan mooi mis, want de grondwet zegt uitdrukkelijk: op grond van huppeldepup puntje puntje "of op welke grond dan ook". Dat moet toch ernstig bedoeld zijn? Je moet wel concluderen - als je erover nadenkt - dat de grondwetgever denkt dat je discriminatie kunt definiëren in abstracto, d.w.z. met afzien van de gronden waarop. Het woord is dus zodanig in betekenis en associaties geperverteerd, dat er geen grond meer bij genoemd hoeft te worden om te kunnen uitmaken of het iets fouts is. Maar zonder grond natuurlijk geen discriminatie dus er gaapt een gat.

De diepere betekenis zelf van het woord discrimineren vormt eigenlijk al een probleem. We moeten natuurlijk zoeken in de richting van en via het latijnse crimen, dat oorspronkelijk 'beslissing' of 'oordeel' betekent, maar vandaaruit al gauw bij 'aanklacht' en 'schuld' of 'vergrijp' terecht komt. Vast staat wel dat we moeten uitgaan van: iets door zijn bijzondere en als slecht beoordeelde eigenschappen onderscheiden van iets anders. Het element 'dis-' betekent altijd 'uit elkaar, anders, apart'. Discrimineren heeft dus in strikte zin in eerste aanleg te maken met een bijzonder oordeel over een zaak (of persoon) en pas in tweede instantie met de afwijkende behandeling die daarvan (uiteraard, want zo zijn mensen) het gevolg is. Discriminatie houdt dus een bijzonder oordeel in waaruit feitelijk, zij het ook niet in principe, een bijzondere behandeling en 'verschil maken' volgt.

Het ligt voor de hand om bij uitspraken over discriminatie van iets (mensen natuurlijk, want anders was het de moeite van bespreken niet waard) zorgvuldig onderscheid te maken tussen oordeel en behandeling. Omdat het denken vrij is, en genuanceerdheid eerder een kwaliteit dan een ondeugd, moet je niet zeggen dat je een of andere zaak niet genuanceerd mag beoordelen. Genuanceerd betekent: met aandacht voor verschillen. Dingen genuanceerd bekijken en beoordelen is juist een zaak van gezond verstand. Er zijn een menigte van dingen naar aanleiding waarvan je een evenmens op een bijzondere wijze mag beoordelen (gedachten zijn immers vrij) maar misschien niet om hem dienovereenkomstig te behandelen. En daaronder valt ook: spreken. De grondwet laat ons duidelijk in de steek. Je mag 'best' de mensen die met de Mexicaanse griep zijn besmet ook tegen hun wil een bijzondere behandeling geven. En dat geldt ook in de klas voor leerlingen die hun les niet geleerd hebben, automobilisten die in het donker zonder licht rijden, mensen die in hun blote gat over straat lopen en ga zo maar door. Hoe hou je dat allemaal weg uit het bereik van de wet op discriminatie?

Maar stop de onzin! Het is allemaal veel eenvoudiger. Door allerlei tegenstellingen in de maatschappij gedwongen heeft de overheid een bepaling in de grondwet - die in eerste instantie een belofte aan alle ingezetenen inhield dat ze door haar, de overheid, zonder onderscheid des persoons zouden worden behandeld - aangewend om die ingezetenen tegen elkaar te beschermen, in het bijzonder de nieuwkomers tegen de anderen en omgekeerd. Hap snap allemaal, omdat het uiteraard niet te doen is zonder zelf eerst die verschillende categorieën met veel relief te benoemen en tegenover elkaar te stellen. Je poetst die ervaren verschillen namelijk hoe dan ook niet weg uit geest en verstand. Alle namen die je eraan geeft worden snel zelf discriminatoir. En hoe goed bedoeld de verbloemende en zalvende terminologie ook mag zijn, de diep in de verborgen geest ervaren verschillen en de daarmee gepaard gaande gevoelens en gedachten, die buiten de bedreiging vallen zijn practisch onuitroeibaar. Daardoor plakken ze ook binnen no time aan elke nieuwe terminologie. En het voornaamste: discriminatie is een theoretisch wrak.

Jan van Bakel, 16 juli 2009

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven