Jan van Bakel.



Mijn onverstand

Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Terug naar Archief Entr'actes
Terug naar hoofdmenu.


Schrijf je over enig onderwerp drie zinnen dan riskeer je al gauw dat er 2.99 van fout zijn. Dat levert de gemiddelde kans op waarheid op voor een middelmatig auteur. Slechtere halen minder. Ik heb barbarij verondersteld als achtergrond van de uitdrukking z'n verstand verlezen. Ik meende dat te moeten verstaan als afkeuring van wat de boeken bieden en dat is in zekere zin ook wel juist. Maar het accent moest anders liggen. Het gaat eigenlijk niet over wat er in die boeken staat maar om hetgeen aanwezig is in de lezende geest.

De sleutel ligt natuurlijk in de woorden van de auteur die ik citeerde: Geleerden die onophoudelijk van alles lezen, van alles aanhoren en van alles beschrijven en verzamelen beroven zich zo ongeveer van hun kritisch verstand, het grootste goed in dit leven (István Bejczy Over de levenswandel van de geleerde, KUN Nijmegen, 2000, blz. 42). Vooral dat laatste het grootste goed in dit leven had mij moeten waarschuwen. Deze woorden houden, juist zoals ik had moeten begrijpen uit de woorden van mijn moeder als zij zei Die jongen verleest z'n hele verstand, eerder een waardering in voor iets dan een afkeuring.

Er zijn twee kanten aan de zaak. Enerzijds schijnt de zegswijze het oordeel in te houden dat het maar kwalijke dingen zijn die je in de boeken vindt. Anderzijds - en dat is wat het accent zou moeten krijgen - wordt een hoge waardering uitgedrukt voor de natuurlijke wijsheid en verstandigheid van een mens, een te groot goed om in de waagschaal te stellen door het lezen van allerlei dingen die - hoe waardevol op zichzelf misschien - het toch niet kunnen halen bij die natuurlijke rijkdom.

Zo, dat heb ik gelukkig rechtgezet.

Jan van Bakel, 8 februari 2001.


janvanbakel.nl

Terug naar boven

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.