Melos


Terug naar hoofdmenu
Vorige Entr'acte
Volgende Entr'acte
Archief Entr'actes

Wij moeten over het leven, het grote dramatische leven met zijn ernstige geheimen, grote en ernstige dramatische gedachten hebben, diepe dramatische gevoelens koesteren, zware gedragen zinnen schrijven, met ernstige woorden, woorden van stand, status en statie. De grote componisten, de grote lyrici, de grote dramaturgen hebben allemaal die ernst tot uitdrukking gebracht. De schouwburgen, de muziektheaters, de podia hebben er plechtstatige ruimtes voor, die wij bezoeken in decente en stemmige kledij, fluisterend. Tempels, kerken, paleizen. In contrast daarmee zijn de artiesten, de schrijvers, de componisten, de beeldhouwers, veelal haveloze armoedzaaiers, zonder maatschappelijke pretenties, uitzien of gedrag. Hun afwijkende verschijningen worden getolereerd door hun omgeving, die hen vaak in rok staat op te wachten. Zij worden geëxcuseerd voor de manier waarop ze de hoogheilige normen schenden. Niemand begrijpt hen of kan zich voorstellen dat dat de auteurs zijn van al die statigheid.

Maar soms komt ergens plots het melodrama los. Als een verademing lijkt het wel. Je hoort het lied:

    Amsterdam huilt
    waar het eerst heeft gelachen
    Amsterdam huilt
    nog voelt het de pijn

    ...
De toon is wat we noemen zwaar sentimenteel. Maar toch ontroert het ons. En tegelijkertijd haalt het ons over om al die hoogdravendheid te wantrouwen of zelfs te minachten. Ik hoorde het van de week 's nachts op de VPRO-radio (Nachtleven) en ik vroeg mij af wie voor het eerst die grenzen getrokken heeft tussen verdriet en sentimentaliteit, tussen plechtstatigheid en volksheid. En daarbij kwam dat indrukwekkende drama van Lucebert me in de herinnering: Poppetgom, dat een keer in de vorm van een stukje totaaltheater te horen en te zien is geweest op de Nederlandse televisie. Ik heb het ergens op een oude tape (audio) teruggevonden, uitgeschreven en voorzien van verwijzingen naar de vaak enigszins afwijkende fragmenten uit Luceberts Verzamelde Gedichten (Amsterdam 2002). De regie haalde Lucebert binnen in de sfeer van het melos, vooral ook door de Zangeres zonder naam dat prachtige lied te laten zingen:
    zij hebben haar haar hart geroofd
    haar lichaam leeg en ook haar hoofd
    zij slaapt met stenen in haar bed
    zij hebben haar haar hart geroofd
    haar lichaam leeg en ook haar hoofd
    zij slaapt met stenen in haar bed
    en als ze opstaat is ze als dood
Jammer genoeg kan ik u die muziek niet laten horen. Maar ik heb hem nu al meer dan dertig jaar bewaard, dus wie weet, als er iemand nog eens belangstelling voor heeft, en hij is nergens anders bewaard gebleven... Die zangeres is alweer lange tijd dood. Ook Gerard Reve was in zijn tijd een vurig liefhebber van haar kunst.

Jan van Bakel, 4 juni 2003

janvanbakel.nl

Reactie? Bericht: jan.van.bakel@gmail.com.

Terug naar boven